Publicatie Laka-bibliotheek:
Veiligheidsanalyse voor ondergronds in een zoutkoepel opbergen van radioactief vast afval
Auteur | J.Hamstra, RCN |
![]() |
1-01-4-30-35.pdf |
Datum | maart 1975 |
Classificatie | 1.01.4.30/35 (AFVAL - EINDBERGING: ZOUTKOEPELS & KLEI) |
Voorkant | ![]() |
Uit de publicatie:
VEILIGHEIDSANALYSE VOOR ONDERGRONDS IN EEN ZOUTKOEPEL OPBERGNN VAN RADIOACTIEF VAST AFVAL. Reactor Centrum Nederland J. Hamstra Petten, april 1975. RCN-75-040 restricted distribution 1. INLEIDING Voor het definitief opbergen van laagactief vast afval (LAVA), middelactief vast afval (MAVA) en gedeeltelijk ook hoogactief vast afval (HAVA) *) afkomstig van de kernenergiecentrales is als mogelijkheid genoemd een opbergholte aan te leggen in een van de zoutkoepels, aanwezig in de diepe ondergrond van Noord-Oost Nederland (1) (2). Voor het definitief opbergen van het vastgemaakte kernsplijtingsafval * afkomstig van de splijtstofopwerking is het mogelijk in dezelfde zoutkoepel een opbergmijn aan te leggen (1) (3). Deze wijzen van definitieve opberging van het radioactief vast afval zijn alleen dan aanvaardbaar, wanneer aangetoond kan worden of aannemelijk gemaakt, - dat het aldus ondergronds opbergen van radioactief vast afval onder normaal te voorziene omstandigheden een permanente opsluiting betekent van dat afval buiten de biosfeer, en - dat mocht deze hechte opsluiting door welke oorzaak danook op de lange duur aangetast worden, deze aantasting niet leidt tot een terugkeer van afvalnucliden naar de biosfeer, zodanig dat een ontoelaatbaar radiologisch risico voor de dan levende mens ontstaat. Deze veiligheidsanalyse wordt ingeleid met een beschrijving van de uitvoeringsmogelijkheden voor de betreffende opbergvoorzieningen, zoals deze op basis van elders ontwikkelde en/of toegepaste technieken zijn aan te leggen en te bedrijven.