De geschiedenis van het protest tegen kernenergie

Deze pagina gaat over de geschiedenis van de anti-kernenergiebeweging (de 'akb') in Nederland. Allereerst vind je een artikel over die geschiedenis. Het is een korte introductie, veel wordt niet genoemd en zou door anderen waarschijnlijk anders omschreven of beoordeeld worden: het is slechts een en niet de geschiedenis.
Om verder te lezen is er vervolgens een kleine selectie van artikelen en rapporten die via internet beschikbaar zijn over de anti-kernenergiebeweging in Nederland en België.
Helaas is veel materiaal (nog) niet via internet beschikbaar, maar een groeiende hoeveelheid ook wel, al moet je er af en toe wel goed voor zoeken....
Kijk vooral ook op de andere onderdelen van 'Protest en verzet' op deze site.

Dit deel moet gezien worden als het begin van zoektocht, in de bibliotheek van Laka staan nog veel meer boeken bij het onderwerp Nederland - anti-kernenergiebeweging. Helaas zijn er daarvan maar heel weinig electronisch toegankelijk. We gaan nog wel meer materiaal via internet beschikbaar maken, maar dat komt nog.

Op het Engelstalige deel van deze site staat een overzicht van dergelijke rapporten over de beweging in andere landen.

De meeste links zijn naar externe webpagina's en openen in een nieuw venster
We zijn het niet noodzakelijkerwijs eens met de inhoud van de door ons gelinkte rapporten.
Suggesties voor meer links zijn zeer welkom. Graag niet-werkende links melden




Een korte geschiedenis van de strijd tegen kernenergie in nederland

Halverwege de jaren '60 zijn in het buitenland (vooral de VS) de eerste geluiden tegen het gebruik van kernenergie te horen. De voorzichtige waarschuwingen zijn voornamelijk afkomstig van binnenuit de nucleaire industrie: wetenschappers die zich bezorgd tonen over de snelle ontwikkeling en de bijna kritiekloze en zeer optimistische verwachtingen van kernenergie.

In 1970 beginnen de eerste kritische stemmen over kernenergie ook Nederland te bereiken. Enkele individuen organiseren zich in 1971 rond dit thema in de Werkgroep Atoom, al snel omgetoverd tot de Werkgroep Kernenergie. In Borssele ontstaat de aktiegroep Borssele ad hoc, die zich vooral bezig houdt met de in aanbouw zijnde kerncentrale aldaar. Ongeveer gelijktijdig ontstaat er ook een Nederlandse afdeling van Dai Dong, een internationale organisatie vooral bezig is met
verzet tegen de Viet Nam-oorlog, maar ook met ecologie en kernenergie en die heel belangrijk is op de allereerste VN-milieuconferentie in Stockholm in 1972.

Op 30 maart 1972 verschijnt de 'Nota inzake het kernenergiebeleid' van Minister van Economische Zaken Landman. Na de Kernenergie-nota van minister Zijlstra in 1957 is dit pas de tweede regeringsnota over het Nederlandse kernenergiebeleid. Het stuk van Landman ademt nog volop het optimisme en het geloof in kerntechnologie uit. Hij (de regering) verwacht dat in het jaar 2000 in Nederland de helft van alle elektriciteit opgewekt zal worden met kernenergie. Dat betekend, zo blijkt uit berekeningen in de Nota, 35 kerncentrales met een vermogen van 1000 MW elk. Na aanleiding van deze Nota schrijft de Werkgroep Kernenergie op verzoek van de Raad voor Milieudefensie, de latere Milieudefensie, de Kernenergienota. Een publieksvriendelijke versie van deze nota wordt vanaf september 1972 in grote aantallen verspreid.

In 1973 krijgt het verzet tegen kernenergie een enorme impuls als besloten word dat bovenop de elektriciteitsrekening een 3% heffing kwam om de kweekreactor in Kalkar, waar Nederland in deelneemt, te financieren; de zogeheten Kalkarheffing. Deze heffing geeft een enorm goed handvat aan lokale groepen voor campagnes tegen de betaling van ervan. Als gevolg daarvan ontstaan er vele tientallen plaatselijke groepen die samen het LSSK vormen: de Landelijke Stroomgroepen Stop Kalkar. Wanneer de 'Wet Financiering Kweekreactor' van tafel is, veranderen de lokale groepen hun naam in Stroomgroepen Stop Kernenergie zodat het overkoepelende orgaan het LSSK kan blijven heten. Op 28 september 1974 vindt de eerste demonstratie in Kalkar plaats, 5000 mensen, voornamelijk uit Nederland, nemen er aan deel.

Ook in september 1974 verschijnt 'De Bezinningsnota' van de Bezinningsgroep Energie. De Bezinningsgroep wordt in 1974 opgericht op instignatie van de Werkgroep Kernenergie en Trip, PPR-minister in het Kabinet Den Uyl. Het idee achter de bezinningsgroep is om belangrijke mensen met een specifieke deskundigheid bij elkaar te brengen, en met behulp van hun invloed en kennis een fundamentele discussie over het Nederlandse energiebeleid op gang te brengen en te beïnvloeden. In 'De Bezinningsnota' dringt de Bezinningsgroep er bij de regering op aan om voorlopig af te zien van de verdere bouw van kerncentrales. Op 31 januari 1976 verschijnt een paginagrote advertentie van de Bezinningsgroep, getiteld 'Leden van de Tweede Kamer, geef ons het voordeel van de twijfel', met 1200 ondertekenaars uit kringen van de wetenschap.
In 1976 heft de Werkgroep Kernenergie zich op. Het is succesvol geweest en er is een brede oppositie tegen kernenergie.

Ondertussen is er na de succesvolle acties tegen de Kalkarheffing, waarbij veel mensen op een lokaal niveau bereikt worden, een zekere impasse ontstaan over wat te doen. Door het Landelijk Energie Komite (LEK), dat vooral gedomineerd wordt door politieke partijen, wordt gekozen voor een grote landelijke demonstratie in Almelo tegen de uitbreiding van de uranium-verrijkingsfabriek. Deze vindt plaats op 4 maart 1978 en is getalsmatig zeer succesvol (40.000 demonstranten en daarmee is het op dat moment èèn van de grootste na-oorlogse demonstraties), maar politiek gezien levert de demonstratie weinig op.
Als gevolg hiervan ontstaat Breek Atoomketen Nederland (BAN), een groep die door middel van in het geheim voorbereide directe actie haar doelen wil bereiken. BAN is basis-democratisch, niet-hierarchisch, werkt met consensus en organiseert zich in vriendengroepen. Deze groepen worden basisgroepen genoemd en vinden haar oorsprong in de Spaanse burgeroorlog. In 1977 is deze manier van organiseren voor het eerst weer gebruikt bij de acties rond de kerncentrale in Seabrook (VS) waar ook mensen uit Nederland aan deelnamen en inspiratie opdeden.
BAN komt blijkbaar op het goede moment en groeit zeer snel; aan de eerste blokkade-acties in juni 1979 nemen 10 mensen deel, eind dat jaar doen al 150 mensen mee.

Maar kritiek komt er ook op BAN: het in het geheim voorbereiden en uitvoeren van acties wordt als heel beperkend ervaren voor de opbouw van een brede beweging. Anderzijds wordt wel de noodzaak gezien van directe acties en het verder opvoeren van druk op de politiek om tot sluiting te komen van de kerncentrales.
Vanaf begin 1980 wordt er een voorstel van de Gelderse Stroomgroepen bediscussieerd om te komen tot een blokkade (oorspronkelijk een bezetting) van de kerncentrale in Dodewaard (in het oorspronkelijke voorstel Borssele) als die niet gesloten is voor 1 oktober. De 'Dodewaard-gaat-dicht!-beweging' weet duizenden mensen te organiseren in basisgroepen en op die manier bij de voorbereiding te betrekken.

Van het kerncentrale-terrein wordt in dat najaar een onneembare vesting gemaakt: extra rijen hekken, NATO-prikkeldraad-versperringen, schijnwerpers en lantaarnpalen in de uiterwaarden, video-camera's, richtmicrofoons, een ophaalbaar gedeelte in de brug over de 'slotgracht', de portiersloge die volgespoten kan worden met traangas als die 'veroverd' is, gesprekken/telefoontjes vanuit de centrale die weken van te voren al worden afgeluisterd, etc.
Op zondagmorgen (19 oktober) beginnen de blokkades met ongeveer 15.000 mensen. Veel 'dagjes-mensen' blijkt al snel, als in de loop van de middag drommen mensen weg gaan. Het aantal mensen dat blokkeert holt nog verder achteruit door het noodweer (harde constante regen, snijdende koude wind) en de afstand tussen het tentenkamp en de centrale (7 km), die lopend afgelegd moet worden. Door deze omstandigheden zijn er 's maandags nog maar 1500 á 2000 mensen over; koud en voor een deel ontevreden met de super-geweldloosheids-sfeer die de actie heeft. Alle blokkades worden maandagavond beëindigd; de motivatie is sterk gedaald door het aanhoudende slechte weer. Toch houden veel mensen een goed gevoel aan de actie over. Het verdergaande verzet is goed zichtbaar gemaakt, het credit bij de (plaatselijke) bevolking is zeker gegroeid door de geweldloosheid en de kriminalisering vooraf is mislukt.

Al snel wordt door delen van de beweging besloten opnieuw een blokkade te organiseren. Hoewel een aantal groepen, nauw betrokken bij de eerste blokkade, zich daarin niet kunnen vinden, wordt er door het Landelijk Overleg Dodewaard-gaat-dicht! (waarin vertegenwoordigers van lokale groepen), een blokkade in september 1981 gepland.

De situatie in september 1981 is heel anders. In Nijmegen is de gewelddadige ontruiming van de gekraakte panden in de Piersonstraat geweest, in Amsterdam zijn een aantal grimmige confrontaties geweest tussen ME en demonstranten, de actie is minder principieel geweldloos opgezet, de extreme geweldloosheid sfeer van 1980 ('liedjes zingen met de ME') stuitte delen van de beweging tegen de borst, en vooral de strategie van de autoriteiten is heel anders. Daarbij komt dat de demonstranten met in het achterhoofd de ervaringen van het vorige jaar, een weiland in de buurt van de centrale kraken voor het tentenkamp en tegen het slechte weer een anti-atoomdorp op de dijk willen bouwen. Voeg daar nog wat bedreigingen van extreemrechtse groepen uit de omgeving aan toe en een waarnemend burgemeester die niet bepaald deëscalerend en diplomatiek bezig is en de ingrediënten voor een chaotische week zijn volop aanwezig.
Dat wordt het dan ook. Ruim 120 demonstranten raken gewond bij de eerste zeer hevige traangas-aanval op een menigte van 15.000 mensen op een smalle dijk en die door prikkeldraad versperringen nergens heen kunnen vluchten. Onder een ultimatum van 'buurtbewoners' (in feite georganiseerd extreem rechts) dat burgemeester Goldberg overneemt, verlaten de laatste demonstranten gedesillusioneerd Dodewaard.
De afsluitende demonstratie op zaterdag 26 september in Arnhem is een massaal protest: 40.000 mensen demonstreren tegen politiegeweld, opkomend rechts en kernenergie.

Na de tweede Dodewaard-blokkade zakt de beweging in elkaar en grote massale acties blijven voorlopig uit. Veel mensen verbreden hun interesse: gaan meer algemeen met energie bezig; met besparing; met windmolen-coöperaties en met het ontwikkelen van alternatieven. Een ander deel gaat zich bezig houden met Woensdrecht waar op de militaire vliegbasis de Amerikaanse kruisraketten geplaatst moeten gaan worden. En ook een deel houdt de anti-kernenergie strijd voor gezien, voornamelijk omdat men verondersteld dat de strijd gewonnen is en het nog slechts een kwestie van tijd is voor de centrales gesloten worden. Verder kanaliseert de Brede Maatschappelijke Discussie (BMD) veel ongenoegen: men verwacht dat de uitkomst daarvan een duidelijk signaal zal afgeven: geen nieuwe kerncentrales en sluiting van de bestaande.

Toch blijven er veel groepen actief en er vinden veel activiteiten tegen kernenergie plaats. Tientallen lokale groepen staan elke week of maand met informatie op de markt, geven lessen op scholen, schrijven ingezonden brieven, lobbyen bij politici, organiseren bijeenkomsten en nemen natuurlijk deel aan de BMD. En voeren actie. Acties tegen dumpingen van radioactief afval in zee, tegen transporten naar de verrijkingsfabriek in Almelo, tegen bedrijven, tegen elektriciteits-maatschappijen die eigenaar zijn van de kerncentrales, tegen ministeries, tegen onderzoeksinstituten en natuurlijk tegen de kerncentrales zelf.

Ondanks de uitkomst van de BMD kondigt de regering de bouw van kerncentrales aan en wanneer op 26 april 1986 de kerncentrale in Tsjernobyl ontploft, is Nederland bezig met de lokatie-procedure daarvoor. Hetgeen veel onrust oplevert in de mogelijke vestigingsplaatsen bij de door het ministerie georganiseerde informatie bijeenkomsten. Desondanks lukt het de AKB niet om naar aanleiding van Tsjernobyl mensen massaal op straat te krijgen, maar de nieuwbouw plannen gaan wel in de la.

Een jaar na Tsjernobyl is er een grote 28-uurs blokkade van de kerncentrale in Borssele onder het motto: Nooit Meer Tsjernobyl - Borssele Dicht! Duizenden mensen zijn in dat weekend actief en nemen deel aan de blokkade of de demonstratie op zondag. In de blokkadenacht vinden er hevige confrontaties plaats tussen ME en de zogenaamde 'Autonomen'.
Het blijkt de laatste massale directe actie te zijn, een jaar later, in 1988, is er nog een demonstratie in Gasselte tegen de opslag van radioactief afval in zoutkoepels van 3000 mensen.

De status quo over kernenergie lijkt nog vaster te liggen en hoewel er groepen bezig blijven met het voeren van acties tegen kernenergie-objecten, lobbybijeenkomsten en transporten, de grote milieu- en natuur-organisaties laten het onderwerp langzaamaan vallen: de standpunten staan muurvast.

In 1996, tien jaar Tsjernobyl is er nog weer een redelijke opkomst bij de activiteiten, onder andere bij een manifestatie in het Oosterpark, Amsterdam, maar kernenergie verdwijnt uit het publieke debat.
Dat leidt tot een geleidende hergroepering van de atoomlobby die weerklank in de media vind omdat ze zich profileert als een milieuvriendelijk alternatief voor de CO2 uitstotende fossiele energie.

Nadat in de tweede helft van de jaren nul van de 21ste eeuw, eerst de levensduur van kerncentrale Borssele is verlengd tot 2034, komen er vervolgens plannen van verschillende partijen voor nieuwe kerncentrales in Zeeland.
Deze initiatieven zorgen er voor dat het debat oplaait en (Zeeuwse) tegenstanders zich weer organiseren.

De plannen voor kerncentrales vinden allemaal begin 2012 een vroegtijdig einde door 'economische factoren': lage energieprijzen maken het onhaalbaar. Maar ook het opgelaaide verzet -gelijtijdig met een snelle opkomst van zon en wind- speelde hierbij een belangrijke rol.



Verder lezen over de anti-kernenergiebeweging


Nederland

Wordingsgeschiedenis Bezinningsgroep Energie
Op 31 januari 1976 verscheen een advertentie van de Bezinningsgroep Energie, getiteld 'Leden van de Tweede Kamer, geef ons het voordeel van de twijfel', met 1200 ondertekenaars uit kringen van de wetenschap. Het idee achter de bezinningsgroep was om belangrijke mensen met een specifieke deskundigheid bij elkaar te brengen, en met behulp van hun invloed en kennis een fundamentele discussie over het Nederlandse energiebeleid op gang te brengen en te beïnvloeden.

De anti kernenergiebeweging in Nederland
Grondige analyse van de geschiedenis en de stand van zaken anno 1977 van de anti- kernenergiebeweging. De akb staat na de grote Kalkardemonstratie van september 1977 weer in het brandpunt van de politieke belangstelling en lijkt een nieuwe fase in te zijn gegaan.
Uit: Paradogma, december 1977

De antikernenergie-beweging, klaar voor de nieuwe strijd?
"Na de zomervakantie begint voor de antikernenergie-beweging een nieuwe fase in de strijd. De regering komt in september met een energienota waarin ondubbelzinnig voor kernenergie gekozen wordt. (…)." Zo begint dit artikel uit 1984 om vervolgens de balans op te maken van 11 jaar strijd tegen kernenergie en vooral de sterktes en zwaktes blootlegt van de beweging toen. Het is min of meer een vervolg op het artikel over de situatie van de antikernenergie beweging uit 1977 en analyseert de verschillen en ontwikkelingen sindsdien.
John Hontelez in: Socialistisch Perspectief, augustus 1984

Klein Links en de nieuwe sociale bewegingen
In mei 1989 kwamen CPN, PSP, en PPR overeen om samen met 'onafhankelijke' kandidaten onder de naam Groen Links de verkiezingen voor de Tweede Kamer in te gaan. Op de valreep werd de EVP bij dit akkoord betrokken. Aan dit samenwerkingsverband was bijna tien jaar van soebatten voorafgegaan.
door M. Brinkman, B. Freriks en G. Voerman, 1989

Het einde van de anti-kernenergiebeweging
De kerncentrale bij Dodewaard gaat dicht, dat had 15 jaar geleden niemand kunnen bevroeden. Wat in 1981 het hoogtepunt in de strijd tegen kernenergie had moeten worden eindigde in een debâcle. Bij Dodewaard liep de anti-kernenergiebeweging tegen haar grenzen op.
Han van der Wiel in: Milieudefensie Magazine, november 1996

Technology, risk and democracy: The Dutch nuclear energy debate (1981-1984)
Current debates about public participation in scientific and technological innovation may profit from a closer analysis of earlier attempts to involve the public in such matters. The Dutch public debate about nuclear energy in the early 1980s provides an interesting case. The debate was the first in its kind in the Netherlands and displays many of the issues, problems, antagonisms and dynamics that characterize current attempts to involve the public.
Rob Hagendijk & Arjan Terpstra, University of Amsterdam, June 2004

België

Kernenergie en maatschappelijk debat
"Omdat kernenergie als energievector een controversiële technologie is (en dit in de toekomst wel zal blijven), wil het viWTA de maatschappelijke discussie in kaart brengen tot aan de parlementaire beslissing tot een kernuitstap (2003), en een vergelijking maken met het debat over kernenergie in de jaren '70, '80 en '90. Het rapport is vooral gebaseerd op een literatuurstudie en, in een secundaire ondersteunende rol, op de bevraging van sleutelfiguren rond het thema kernenergie."
viWTA is een autonome instelling verbonden aan het Vlaams Parlement.
E. Laes, L. Chayapathi, G. Meskens, G. Eggermont (Rapport door SCK-CEN) November 2004

Bond Beter Leefmilieu als nieuwe sociale beweging (1971-1990)
Over de ontstaanscontext van de milieubeweging in het algemeen en Bond Beter Leefmilieu (BBL) in het bijzonder. Met aandacht voor de aanleiding van het ontstaan en het feit waarom net in de periode 1968-1972 zoveel milieubewegingen ontstaan, waaronder BBL. Verder wordt gekeken naar de aanwezigheid van het idee van basisdemocratie en het wantrouwen tegenover de delegatie van macht binnen de beweging. Dan aandacht voor de ideologie; de relatie van BBL en de bredere milieubeweging tot het politieke systeem en de acties en actiemiddelen.
Kristof Vets, 2006