Publicatie Laka-bibliotheek:
Derde Energienota 1996

AuteurMin. EZ
1-01-0-00-54.pdf
Datumdecember 1995
Classificatie 1.01.0.00/54 (ALGEMEEN)
Opmerking (alleen gedeelte over kernenergie)
Voorkant

Uit de publicatie:

Derde Energienota 1996


Nucleaire energie
61. Kernenergie speelt in de hele wereld een belangrijke rol bij de
opwekking van elektriciteit. Het aandeel in de elektriciteitsproductie is
mondiaal 17,5%, in Europa 30%. Enkele snel groeiende landen in het Verre
Oosten investeren fors in nucleair vermogen. Het aandeel van kernenergie
in Europa zal de komende jaren relatief dalen. Toch blijft ook na 2010
kernenergie in Europa een zeer substantiële energiebron. Door een vrijere
internationale energiemarkt zal de Nederlandse energiesector meer
betrokken kunnen raken bij kernenergie in het buitenland, door import,
financiële deelnemingen in buitenlandse elektriciteitsproducenten die ook
kernenergie in hun pakket hebben, of toeleverantie van Nederlandse
bedrijven aan de buitenlandse nucleaire industrie. Internationalisatie en
marktwerking zijn ook hier sleutelwoorden en leiden er toe dat een zekere
competentie van Nederland op dit gebied nodig zal zijn.
62. Zoals andere energiebronnen, kan de positie van kernenergie op
een aantal aspecten worden beoordeeld: de relatieve kosten, de milieuaspecten,
de veiligheid, de technologische ontwikkeling en de behoefte.
Kernenergie heeft dan momenteel een aantal nadelen: een beperkt
maatschappelijk draagvlak wegens de (perceptie van) risico's, radioactief
afval, het vraagstuk van de proliferatie en een matige concurrentiepositie.
Daarnaast is er een aantal specifieke voordelen: redelijk stabiele prijs,
relatief grote voorraden uranium, (zelfs zonder de toepassing van
kweektechnologie) en geen emissie van CO2 • Zonder kernenergie zou de
totale mondiale uitstoot van CO2 8% hoger zijn.
63. De afweging van deze ongelijksoortige voor- en nadelen is niet
eenvoudig. Daarbij komt dat zo'n afweging nog wordt bemoeilijkt door de
dynamiek in vergelijkingsmaatstaven, bijvoorbeeld prijswijzigingen van
fossiele brandstoffen. Zo'n afweging is momenteel ook niet zo opportuun.
We hebben nu immers eerder een overschot dan een tekort aan
vermogen. Dat is echter niet voor altijd een gegeven. Dat geldt ook voor
de maatschappelijke opvattingen over kernenergie. Verschuivingen in de
beoordelingen zouden zich kunnen gaan voordoen. De nadelen van afval
van fossiele bronnen zouden zwaarder kunnen gaan wegen (klimaatprobleem)
dan die van kernenergie. De kosten kunnen, mede onder
invloed van de technologische ontwikkeling, voordeliger voor kernenergie
gaan uitpakken. Op het gebied van veiligheid zijn stappen voorwaarts te
zetten. En de vraag naar elektriciteit zal toenemen. AI deze factoren zijn zo
in beweging dat het niet van wijsheid zou getuigen voor eens en voor
altijd tot definitieve oordelen te komen. In het licht van zich wijzigende
omstandigheden kan de balans weer anders uitvallen dan nu aan de orde
is. Het is goed om met deze dynamiek rekening te houden. Daarbij moet
er overigens ook rekening mee gehouden worden dat de bouw van een
kerncentrale, inclusief alle voorbereidingen, in totaal zo'n tien jaar vergt.