(gastbijdrage) Gedurende de ontstaansperiode in het Oligocene tijdperk tot ver er na zijn er in deze klei een aantal horizonten ontstaan (water en mineraalvoerend) met daarin een ontwikkeling van versteende klei-lenzen Septaria of ook wel 'kleibroden' genoemd.
In deze klei is door onderlinge verbinding via water (vloeistof) spiegels mineralisatie ontstaan in de vorming van Calciet en Pyriet /of Marcasiet afzetting in de holten van deze Septaria. Een en ander geeft aan, dat er zich wel degelijk een uitwisseling van sporen in wat voor vorm dan ook door deze kleilagen door verspoeling kan verspreiden/ Misschien niet alleen door grondwater, maar door spanningswater op grote diepte onder zogenaamde water-afsluitende lagen.
De halveringstijd van radioactieve stoffen is te lang om op een degelijke wijze te kunnen toetsen of deze kleilagen voor de gestelde langen bewaringstermijn wel veilig genoeg zal zijn.
Net ten zuiden van de Zeeuws-Vlaamse grens en de monding van de Rupel is er een gebied waar de klei niet meer voorkomt en dus aan alle kanten kan “lekken”. Bovendien zijn de breuken in de Roerdalslenk ook geen garantie voor ondoordringbaarheid, naar boven en naar onderen. Lees verder
Radioactieve afvalberging in kleilagen?
Men is nog niet goed op de hoogte van de (im)permeabiliteit van Rupel- en Boomse kleilagen*