Er wordt al vele jaren gesteggeld over de kosten van ontmanteling van de in 1997 gesloten kerncentrale Dodewaard. De eigenaars, waaronder EPZ, eigenaar van kerncentrale Borssele, zijn verplicht een goedgekeurd fonds voor die ontmanteling te hebben, maar vanaf 2007 is er al onenigheid over de kosten en de dekking ervan: volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is de voorgestelde dekking onvoldoende. Dat resulteert al jarenlang in getouwtrek, openlijk geruzie, rechtszaken, en een poging om tot een out-of-court-settlement te komen. Dat mislukte allemaal en nu is de procedure over het ontoereikende sloopfonds voor de tweede keer aangeland bij de Raad van State. Maandag is de zitting, vanwege Corona in de Gotische Zaal van de Raad van State.
Afgelopen juli diende Laka een handhavingsverzoek in: leg een dwangsom op aan de eigenaars zolang er geen goedgekeurd ontmantelingsfonds is. In december legde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het handhavingsverzoek naast zich neer: De eigenaars van Dodewaard hadden voor de tweede keer een sloopfonds voorgesteld - de eerste afwijzing stamt uit 2016. Weliswaar is ook het tweede voorstel onvoldoende bevonden, maar omdat de eigenaars van Dodewaard tegen dit oordeel opnieuw bij de Raad van State beroep hadden aangetekend, vond het ministerie het passend om op de uitkomst van de rechtszaak te wachten voor te gaan handhaven. Laka heeft ondertussen bezwaar ingediend tegen de afwijzing van het handhavingsbezoek.