De ‘out-of-court settlement’ tussen de eigenaren van de stilgelegde kerncentrale Dodewaard en de Staat is mislukt. De onderhandelingen waren noodzakelijk omdat de dekking voor de kosten van de ontmanteling van de kerncentrale onvoldoende is en waren een laatste poging om er buiten de rechtbank om uit te komen. In door Laka opgeduikelde documenten bleek dat bij de Kabinetsformatie vorig jaar er al rekening mee werd gehouden dat het Rijk tot €200 miljoen kwijt kon zijn aan de ontmanteling van de in 1997 stilgelegde kerncentrale. Dat lijkt nu onontkoombaar.
In maart 1997 –precies dertig jaar na inbedrijfname- werd Nederlands' eerste kerncentrale Dodewaard buiten bedrijf gesteld, volgens de eigenaar door een gebrek aan perspectief voor kernenergie. Na enkele jaren touwtrekken werd door druk van de eigenaren gekozen voor uitgestelde ontmanteling in 2040. Die beslissing was op economische gronden: zo was de ontmanteling goedkoper omdat ze nog 40 jaar rente zouden krijgen op het gereserveerde bedrag.
Rond de eeuwwisseling werd -zoals de hele elektriciteitssector- ook de gesloten Dodewaard geprivatiseerd. Zo kwam GKN, inclusief de spaarpot voor de ontmanteling, uiteindelijk in handen van de huidige eigenaren onder de paraplu van de vennootschap NEA (Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor). De bedoeling was dat de kerncentrale overgedragen zou worden aan de Covra, maar die ging in 2006 niet akkoord met de hoeveelheid gespaard geld die ze daarvoor zou krijgen.
Vanaf 2007 is er ruzie over de kosten van ontmanteling: volgens de verschillende ministeries is de dekking van de eigenaren voor de kosten onvoldoende. Dat resulteerde in jarenlang getouwtrek, openlijk geruzie, een rechtszaak (hier een overzicht) en een -laatste- poging om tot een vergelijk te komen buiten te rechtbank om. En die gesprekken met de achterliggende eigenaren van Dodewaard zijn nu mislukt.
De ‘achterliggende eigenaren’ is een interessant stelletje bedrijven. Kerncentrale Dodewaard heet officieel GKN (Gemeenschappelijke Kerncentrale Nederland) en dat is via de vennootschap NEA in handen van Engie, EPZ, Nuon en Uniper. Allemaal bedrijven met ook andere kerncentrales dus: Engie –via Electrabel zeven Belgische; EPZ Borssele; Nuon via moeder Vattenfall Zweedse en Duitse en tenslotte Uniper is sinds enige tijd een nieuwe dochter van het Duitse E.on waarin alle vieze onderdelen (kolen en kern) zijn ondergebracht en waarmee Eon zelf als groen bedrijf verder kan.
De ontmantelingspot is ondertussen ‘aangegroeid’ tot ruim €60 miljoen. Volgens GKN en NEA is dat over 27 jaar voldoende om de kosten, door henzelf geraamd op 160 miljoen euro, te dekken. Volgens de Staat is dat volstrekt onvoldoende: In 2007 ging de Covra al uit van €230 miljoen.
EPZ, Nuon, Engie en Uniper zeggen dat het bedrag dat ze gespaard hebben voldoende zal zijn voor de kosten van ontmanteling en dat ze verder ook geen geld hebben, want geen inkomsten- de kerncentrale –het enige ‘asset’ van NEA is immers gesloten. De minister van Financiën was daar in november 2016 niet van onder de indruk: “Toen de KCD werd gebouwd was al bekend dat deze na verloop van tijd ontmanteld moest worden. Ook was bekend dat daar hoge kosten mee gemoeid zijn en dat een kerncentrale na sluiting geen inkomsten meer oplevert. Het was dus ook voor de energiebedrijven vanaf het begin duidelijk dat er na sluiting van hun kerncentrale voldoende geld moest zijn voor de ontmanteling.”
Daarbij komt dat het ministerie van Financiën in de rechtbank becijferde dat NEA tussen 2002 en 2009 wel €850 miljoen aan dividend heeft uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Snelle ontmanteling Dodewaard?
In december maakte Laka documenten uit de kabinetsformatie bekend waaruit blijkt dat rekening werd gehouden dat de Staat tot €200 miljoen zou moeten kunnen betalen voor de ontmanteling van Dodewaard.
In die documenten staat ook een overweging die nu wel eens een stuk dichterbij zou kunnen gekomen zijn: “Het lijkt vanuit organisatorische en financiële overwegingen verstandig de ontmanteling van de kerncentrale Dodewaard op korte termijn te starten en niet pas in 2045 zoals voorzien.”