Donderdag gaat Murky Skies in première. Murky Skies is een driedelige Israëlische documentaire over de Bijlmerramp, de crash van 4 oktober 1992, waarbij een EL-Al Boeing in de Amsterdamse Bijlmer neerstortte. De vliegtuigramp is vanaf het begin omgeven door veel vragen: waarom wilde de bemanning perse terug naar die ongunstig gelegen landingsbaan op Schiphol? Wat was precies de lading? Waar is de zwarte doos? Wie waren de mannen in witte pakken? Waarom werden veel mensen ziek en kwam er maar geen gezondheidsonderzoek? De documentaire besteedt ook aandacht aan de kwestie van het verarmd uranium dat als contragewicht in het vliegtuig werd gebruikt. Laka heeft onderzoek voor de documentaire gedaan en komt ook uitgebreid aan het woord.
Terwijl de luchtvaartautoriteiten direct wisten van de aanwezigheid van het uranium, werd het verzwegen voor reddingswerkers en de bewoners. Op 7 oktober werd op Schiphol tussen de resten een uraniumgewicht gevonden. De Rijksluchtvaartdienst RLD werd op de hoogte gesteld en ook het ministerie van VROM werd geïnformeerd. Op Schiphol werden werkinstructies opgesteld hoe de radioactieve gewichten moesten worden behandeld. VROM informeerde echter het beleidscentrum op de rampplek niet. En op 9 oktober werd ook besloten om de minister, Alders, niet te informeren (Bron: reconstructie PE eindrapport).
Pas toen Laka in 1993 de aanwezigheid van het uranium onthulde, een jaar na de ramp, kwam er aandacht voor maar werd het gevaar alsnog gebagatelliseerd. Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) stelde een persbericht op waarin werd gesteld dat het uranium niet kon smelten of verdampen in een kerosinebrand. Daarmee zou er geen gevaar zijn geweest, aldus ECN. Dit persbericht bleef jarenlang het uitgangspunt voor de overheid om het gevaar van het uranium te ontkennen. “Geen gevaar” was steevast het antwoord van de verantwoordelijke ministers als er weer eens Kamervragen werden gesteld.
Laka bleef erop wijzen dat uraniummetaal in een brand met lagere temperaturen wel degelijk kan verbranden. Dit bleek o.a. uit studies van het Amerikaanse ministerie van Defensie. In opdracht van de minister van V&W werd in 1998 een nieuw onderzoek gestart door ECN, waarbij de RLD de opdrachtgever was en stichting Laka als adviseur betrokken werd. De conclusies waren helder en in lijn met wat de Laka al langere tijd benadrukte: ook bij lagere temperaturen en in omstandigheden zoals de Bijlmerramp had uranium zich kunnen verspreiden. Onder de 300 graden corrodeert het oppervlak, tussen 350-600 graden vormt zich zelfs fijn uraniumoxide poeder wat zich gaat verspreiden, daarboven (650-850) is juist weer een fase dat het vastkoekt en boven de 750-800 graden kan het metaal zelfs helemaal ontbranden. Het eindrapport concludeert: “…zou bij verhitting in lucht gedurende één uur, circa 4% (bij 400 graden) tot 20% (600-1000 graden) van een balansgewicht kunnen corroderen. Bij een hoge graad van turbulentie in de toegevoegde lucht zou bij circa 800 graden, zelfs 80% kunnen oxideren”. Dit zijn allemaal scenario’s die reëel zijn geweest in de eerste uren na de crash. Uraniumdeeltjes hebben zich toen waarschijnlijk verspreid via de lucht. De gecorrodeerde staven en het loszittende uraniumoxide poeder zijn een risico geweest voor bergingswerkers, die de gewichten en besmette puinresten hebben afgevoerd.
Maar ook bovenstaande rapport leidde weer tot een nieuwe controverse en een poging om de werkelijke risico’s te bagatelliseren. De duidelijke conclusie dat het verbranden van uranium wel degelijk aan de orde kon zijn geweest leidde op het laatste moment tot het sleutelen aan de conclusies van het eindrapport. Want de feiten in het rapport stonden lijnrecht tegenover de officiële lijn die door de minister en het ECN altijd was vastgehouden: het uranium kon niet verbrand zijn. De conclusies in het rapport werden last-minute aangepast en er werden (niet-correcte) argumenten aangehaald waarom het bij de Bijlmerramp toch was meegevallen (zoals dat er ook nog stukken gewichten waren teruggevonden die niet beschadigd bleken).
De controverse en media-aandacht voor dit rapport speelde een naar verluid beslissende rol in het besluit tot het instellen van de Parlementaire Enquête. Het leek de druppel die de emmer deed overlopen (naast alle vragen over de lading, de route, etc.). Een bron uit de Parlementaire Werkgroep Vliegramp Bijlmermeer heeft Laka destijds verteld dat de minister van V&W direct na mediaberichten heeft gezegd: “nu ben ik er klaar mee. Ik wil dat er een Parlementaire Enquête komt”. Een paar dagen later gaf de Parlementaire Werkgroep het officiële advies tot het instellen van een Enquête.
In december 1998 werd er in hangar 8 op Schiphol een onderzoek gedaan naar stof in de loods waar de vliegtuigresten waren opgeslagen. Door de samenstelling van de isotopen te onderzoeken werd aangetoond dat zich in de hanger fijne deeltjes verarmd uranium waren verspreid. Dit kan worden verklaard door het verspreiden van corrosiedeeltjes van beschadigde uraniumgewichten in de brokstukken.
De kwestie verarmd uranium heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de afwikkeling van de ramp. Net als bij de lading, de vluchtroute, de verdwenen zwarte doos, de mannen in witte pakken, de gezondheidsklachten, etc., bleven vragen jarenlang onbeantwoord en bleef de overheid in de ontkenningsmodus. De “ramp-na-de-ramp” werd hiermee een feit, het gebrek aan openheid en een sfeer van geheimzinnigheid creëerde op een gegeven moment zelfs een voedingsbodem voor de meest absurde complottheorieën. De enquêtecommissie heeft geprobeerd de feiten op een rij te zetten, maar omdat dit pas 6 jaar na dato werd onderzocht, kon de onderste steen niet meer naar boven gehaald worden. Er zullen altijd vragen en onzekerheden blijven. De documentaire Murky Skies biedt een degelijke en herkenbare reconstructie van de ramp, de feiten, maar ook politieke en militaire belangen die hierin een grote rol hebben gespeeld.
Murky Skies is te zien op donderdag 5, 12 en 19 januari, 20.30, NPO2 en nu al op NPO Start.