Speelde kernenergie bij de verkiezingen van 2017 eigenlijk geen rol, dat is getuige het overzicht van 2023 nu wel anders. Ondanks het ontbreken van echte doorbraken, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid of afvalopslag, is er sinds de eerste keer dat atoomenergie genoemd werd in een verkiezingsprogramma, nog nooit zoveel aandacht besteed aan kernenergie. Sneuvelde in 2017 nog een positieve passage over kernenergie op het VVD-congres omdat niemand er in wilde investeren, nu zijn er geen grenzen aan positieve verhalen en het techno-optimisme. Terwijl er nog steeds niet wordt geïnvesteerd. De huidige push voor kernenergie begon zich bij de verkiezingen in 2021 al een beetje af te tekenen.
Partijcongressen discussiëren af en toe over de programma-passages over kernenergie op. Bij D66 is er na het congres van 21 oktober in het definitieve programma een alinea toegevoegd die eisen stelt over subsidiëring en zelfs participeert op de mogelijkheid om kerncentrales te sluiten wanneer “een schoner en goedkoper duurzaam energiesysteem voorhanden en door de overheid gewenst is”. Hieronder de passage over kernenergie, met onderstreept het na het congres toegevoegde deel:“Om een stabiele CO2-vrije energievoorziening te hebben, kunnen we geen technieken uitsluiten. Ook kernenergie niet. Kernenergie is duur, niet hernieuwbaar en zorgt voor gevaarlijk afval. Tegelijkertijd levert het veel CO2-vrije energie met weinig ruimtegebruik. Wij gaan door met de voorbereidingen voor de bouw van twee nieuwe centrales. Hierbij zorgen we dat er vanaf het begin veel aandacht is voor de mensen in de omgeving van de nieuwe kerncentrales, voor de ontmanteling aan het eind van de levensduur en voor de eindberging van nucleair afval, zodat we toekomstige generaties niet met problemen opzadelen. Daarbij zorgen wij ook voor transparantie van de vereiste subsidiëring en financiële steun en garanties voor en tijdens de exploitatie, de eerlijke verdeling van de kosten van die steun over alle energiegebruikers en beperken we de verstorende werking van deze gesubsidieerde dure kernstroom op de activiteiten van andere duurzame stroomaanbieders. Daarnaast moet vooraf zeker gesteld zijn dat de overheid tegen een redelijke vergoeding van restwaarde tot sluiting van centrales over kan gaan wanneer een schoner en goedkoper duurzaam energiesysteem voorhanden en door de overheid gewenst is. Daarnaast stimuleren we de ontwikkeling van nieuwe technieken, zoals thoriumreactoren en kleine centrales (SMR’s).”
Hoewel er de laatste jaren geen bijzondere technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld bij de opslag van radioactief afval, of de veiligheid van kerncentrales, is de toon in verkiezingsprogramma's heel anders dan een paar jaar geleden. Twijfels over veiligheid zijn als sneeuw voor de zon verdwenen en radioactief afval wordt vaak niet eens meer genoemd, zelfs niet meer met een dooddoener als "We slaan het kernafval veilig op".
Bij een aantal partijen is zelfs sprake van het afschuiven van de Nederlandse verantwoordelijkheid: Volt zegt bijvoorbeeld onomwonden te gaan voor een 'Europese oplossing', anders wordt het te duur.
En vaak, gaat een pleidooi voor kernenergie gepaard met een aanval op (of minimaal het limiteren van) zon en wind; kunnen de kolencentrales openblijven, moeten we doorgaan met gas, en wordt er op grote schaal ingezet op nog nauwelijks ontwikkelde technologie zoals kleine modulaire kernreactoren (SMR) en thorium. Hier gaat op: hoe minder geloof in de urgentie van een door mensen veroorzaakte klimaatverandering, hoe groter het geloof in kernenergie.
(Artikel gaat verder onder de tweet)
Factcheck-marathon @pointer_kroncrv: Kernenergie is niet 'onmisbaar' of 'onnodig', maar een politieke keuze https://t.co/8kI1r9ZHcv
— Stichting Laka (@LakaNieuws) November 16, 2023
Bijzonder hierbij is ook dat veel partijen hun overall standpunt ‘geen subsidies’ aan de kant schuiven als het over (grote of kleine) kerncentrales gaat. Het wordt dan ook wel duidelijk dat kernenergie weinig te maken heeft met klimaatbeleid, maar nu wordt uitgespeeld om werkelijk klimaatbeleid te negeren. En daarom is het zo teleurstellend dat in het publieke debat voor de verkiezingen klimaatbeleid is vernauwd tot voor of tegen kernenergie. Daarmee wordt de rode loper uitgelegd voor de klimaatsceptische partijen.
Een (terug) blik op de historische ontwikkeling van standpunten van politieke partijen over kernenergie - aan de hand van hun verkiezingsprogramma’s vanaf 1952 - is te vinden in het artikel uit 2017.
Het overzicht van de passages uit alle verkiezingsprogrammas staat hier.