Volgens de internationale artsen-organisatie International Physicians for the Prevention of Nuclear War (IPPNW), in het Nederlands kortweg Artsen tegen Kernwapens, zijn kernwapens en kernenergie zo met elkaar verbonden dat voor een kernwapenvrije wereld ook kernenergie gestopt moet worden. De IPPNW, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1985, heeft op 30 april tijdens haar congres in Mombasa in Kenia, opnieuw een resolutie aangenomen die de innige relatie tussen kernenergie en kernwapens beschrijft en oproept te stoppen met kernenergie.
Om een wereld zonder kernwapens te bereiken, zoals beoogd in het VN-Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens is het van belang dat landen niet kunnen beschikken over geheime voorraden van opnieuw toegankelijk nucleair explosief materiaal zoals hoogverrijkt uranium of plutonium. Een kernwapenvrije wereld moet derhalve ook een wereld zijn waarin dergelijke materialen niet langer worden geproduceerd en waarin bestaande voorraden worden vernietigd of geïmmobiliseerd - ontoegankelijk gemaakt onder transparante internationale controle.
Deze duidelijke stellingname wordt beschreven in de resolutie die op 30 april aangenomen werd op het 23e Wereldcongres in Kenia, door de Internationale Raad van de IPPNW. Het is een geactualiseerde versie van een soortgelijke resolutie die op het 13e Wereldcongres van de IPPNW in Melbourne, Australië, in december 1998 werd aangenomen.
De Nederlandse vertaling van de nu aangenomen resolutie is als volgt:
Verband tussen kernwapens en kernenergie
De IPPNW bevestigt dat de relatie tussen kernenergie en kernwapens zodanig zijn dat we, om kernwapens volledig af te schaffen, ook het parallelle proces van kernenergie moeten stoppen.
De IPPNW dringt aan op:
- Geen uraniumwinning meer. Laat het in de grond!
- Geen plutoniumwinning meer uit bestaand nucleair materiaal.
- Geen nieuwe kerncentrales.
- Snelle overgang van kernenergie naar hernieuwbare energiebronnen.
- Het afbouwen van bestaande voorraden hoogverrijkt uranium, zodat het minder waarschijnlijk wordt dat deze voor proliferatie van kernwapens worden gebruikt. Hoe plutonium moet worden behandeld om het veilig te maken, wordt nog besproken.
Redenen voor het bovenstaande:
- De verwerving van materiaal dat geschikt is voor kernwapens is de eerste stap naar het maken van kernwapens.
- De technische processen om kernenergie of voor kernwapens bruikbare materialen te maken zijn in wezen hetzelfde. Veel kerncentrales hebben beide geproduceerd. Bijvoorbeeld Tsjernobyl was een fabriek voor twee doeleinden.
- De "Atomen voor Vrede" toespraak van 1953 werd algemeen gezien als een dekmantel voor het leger om toegang te behouden tot kernwapenmateriaal na de sluiting van het Manhattan Project.
- Kernenergie maakt de proliferatie van kernwapens waarschijnlijker en de verificatie van kernwapens moeilijker. India heeft bijvoorbeeld zijn eerste kernwapenproef uitgevoerd en tot ontploffing gebracht met een reactor die India van Canada had gekregen. Dit voorbeeld van proliferatie gebeurde ondanks beloften van het tegendeel.
- Het probleem wat te doen met hoogactief nucleair afval blijft een onopgelost dilemma dat het milieu en de volksgezondheid bedreigt. Deze kwestie geldt ook voor afval dat afkomstig is van commerciële splijtstofcycli of afval van militair materiaal. De gevaren voor de gezondheid en de gevolgen voor meerdere generaties zijn voor beide stromen gelijk.
- De "bewapening" van een kerncentrale kan plaatsvinden in conflictgebieden met grote risico's van opzettelijke of toevallige verspreiding van radioactief materiaal. (b.v. de Zaporizhzhia-centrale in Oekraïne).