En daar was die dan, vrijdagavond, de langverwachte brief van minister Jetten van Klimaat en Energie, over hoe het nu verder gaat met die nieuwe kerncentrales in Nederland, waar die gaan komen en wat er met die 5 miljard euro tot 2029 gaat gebeuren. Het lijkt een brief met vooral een oproep om ‘realistisch te zijn’: de ervaringen in andere landen leren dat het complex en kostbaar is. De minister zegt eigenlijk: aan opportunisme, en gepraat voor de bühne, hebben we niets. Want “[D]e uitdagingen die spelen in het kader van kernenergie zijn veelomvattend”. Eind volgend jaar zou de besluitvorming zo ver moeten zijn dat een aanbesteding mogelijk is.
In de “Brief over acties die zijn ingezet om uitvoering te geven aan het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie”, van 1 juli schrijft minister Jetten (Klimaat en Energie): “Het kabinet is voortvarend aan de slag met de benodigde stappen richting totstandkoming van nieuwe centrales in Nederland, maar het is tegelijkertijd goed om realistisch te zijn: ervaringen uit het buitenland leren dat het benodigde proces complex en kostbaar is, de besluitvorming veelomvattend en het verkrijgen van maatschappelijk draagvlak heel belangrijk.”
Nieuwe kerncentrales
In het deel “Aanpak voorbereiding nieuwe kerncentrales” grijpt de minister terug op de Marktconsultatie kernenergie, een onderzoek “onder welke voorwaarden marktpartijen bereid zijn te investeren in kerncentrales in Nederland, welke publieke ondersteuning daarvoor nodig is, en in welke regio’s er belangstelling is voor de realisering van een kerncentrale“. Die marktconsultatie is een ellenlange opsomming van voorwaarden en afdekking van risico’s waaraan voldaan moet zijn, voordat bedrijven er ook maar over piekeren om in te stappen. De minister somt een aantal onderzoeken op die gestart zijn: er wordt gekeken en gepraat over ervaringen in andere Europese landen; er is een studie gestart over de locatiekeuze en de voorwaarden waar een locatie aan moet voldoen en er wordt gekeken naar ‘fiancieringsconstructies’’. “Er worden momenteel in Europa verschillende financiële instrumenten toegepast voor de bouw van kerncentrales. Daarnaast zijn er ook nog enkele financiële regelingen die op dit moment door landen in Europa worden onderzocht. Al deze financieringsmodellen, de financieringsbehoefte en de rol en de kosten van de overheid worden op dit moment onderzocht.” Het is namelijk wel duidelijk dat het veel geld gaat kosten. Maar die onderzoeken moeten leiden tot besluitvorming in de Kamer in het najaar van 2023 over welke financieringsoptie.
Concluderend: "De uitdagingen die spelen in het kader van kernenergie zijn veelomvattend. In het najaar zal ik, vanuit de resultaten van de studie en andere verkennende onderzoeken en gesprekken die momenteel worden uitgevoerd, gerichte vervolgstappen bepalen en uitzetten. Daarbij zal ik ook aandacht hebben voor de wijze waarop omgegaan zal worden met burgerparticipatie.“ Eind 2023 moet de besluitvorming dan zover zijn dat de aanbesteding kan beginnen.
Ook kleine reactoren?
Ook nog een alinea in de brief over kleine reactoren, een ‘innovatie’ die de minister ‘veelbelovend’ noemt . Maar de hierboven genoemde marktconsultatie van KPMG had ook de toekomst van deze Small Modular Reactoren (SMRs) bekeken en concludeerde na consultatie van provincies en gemeenten: “De realisatie van meerdere kerncentrales (SMR's) op meerdere locaties in Nederland lijkt op basis van de interviews niet haalbaar” en "Daarnaast is van groot belang dat SMR's in serie geproduceerd gaan worden, om zo de schaalnadelen van een kleinere reactor te compenseren. Dat kan alleen gerealiseerd worden door op meerdere locaties SMR's te gaan bouwen."
Levensduurverlenging Borssele
Een flink gedeelte van de brief gaat over de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale in Borssele. Wettelijk is vastgelegd dat KCB uiterlijk op 31-12-2033 gesloten wordt. Als dat veranderd moet worden, moet er nogal wat gebeuren: de kernenergiewet moet veranderd worden, er moet een milieueffectrapportage over de gevolgen van de verlenging gehouden worden en het convenant (de afspraken tussen de aandeelhouders en het Rijk onder welke voorwaarden Borssele in bedrijf mocht blijven tot eind 2033) moet aangepast worden. Dat alles gaat geld kosten, dat was al bekend, maar de aandeelhouders spelen de onderhandelingen blijkbaar hard, getuige de constatering in de brief: “Vooralsnog zijn de achterliggende publieke aandeelhouders van EPZ gericht op beëindiging van de Kerncentrale Borssele en niet op voortzetting.”
Het blijft zo dat de Europese Commissie de financiering van (onderzoek naar) levensduurverlenging van Borssele, net als die 'financieringsmodellen' voor kerncentrales, nog wel even goed moet vinden.