De Franse stroomproducent EdF laat weten dat een aantal reactoren ‘substandard components’ hebben: onderdelen die niet aan de normen voldoen. Als resultaat kelderden de aandelen van het bedrijf. EdF wil niet zeggen om hoeveel en welke kerncentrales het gaat. De afwijkingen, die te maken hebben met de temperatuurbestendigheid van kleppen en afsluiters van stoomgeneratoren, kwamen afgelopen zomer aan het licht bij het dochterbedrijf Framatome. Na de vertraging bij de kerncentrales van Flamanville en het Britse Hinkley Point, het stopzetten van belangrijk kernonderzoek is het de zoveelste tegenslag voor kernenergie in Frankrijk.
Deze bevestiging van EdF (83% van de Franse staat) van reactoronderdelen die niet aan de normen voldoen is een flinke tegenvaller en kan een enorme impact hebben. En de nucleaire industrie heeft het toch al moeilijk in Frankrijk: het vlaggeschip van kernenergie. Denk alleen maar aan de bouw van de reactor in Flamanville. Bij de toch al enorme vertraging (gepland was dat de kerncentrale in 2012 in bedrijf zou komen voor de prijs van 3,3 miljard) is de afgelopen periode nog eens minimaal twee jaar bij gekomen. EDF moet de slechte lasnaden vervangen vóórdat het de reactor in bedrijf neemt. EDF wilde ze vervangen in 2024 nadat de reactor een paar jaar in bedrijf is geweest, maar de nucleaire toezichthouder besloot in juni daar niet mee akkoord te gaan. De reactor komt daardoor niet in bedrijf vóór 2022 -een vertraging van 10 jaar- en de bouwkosten zijn nu al opgelopen tot 11 miljard.
Dat kan serieuze gevolgen hebben voor Hinkley Point, die ook door EdF wordt gebouwd. Die reactor in Sommerset is ook hopeloos vertraagd en duurder dan gepland: in 2007 beloofde EdF dat de reactor eind 2017 in bedrijf zou zijn, nu is dat 2025 op z’n vroegst. Maar dat is nog niet alles. In 2013 heeft de Britse staat zich garant gesteld voor een lening van 14 miljard voor de bouw, met een van de voorwaarden dat de referentiekerncentrale van Hinkley -Flamanville dus- eind 2020 de ‘trial operation period’ met goed gevolg moet hebben doorstaan. Die periode, na opstarten en aansluiting op het elektriciteitsnet, duurt meestal een jaar en kan met deze vertraging onmogelijk gehaald worden. Natuurlijk kan er over voorwaarden voor die garantstelling opnieuw onderhandelt worden, maar verwachting is dat dat opnieuw een flinke stijging van de kosten tot gevolg zal hebben. Plus dat het een politieke beslissing zal zijn over het doorgaan van Hinkley. En een beslissing ten faveure van Hinkley wordt steeds moeilijker uit te leggen.
En als Hinkley niet door gaat, is dat een enorme klap voor EdF. En voor nucleair Frankrijk dat het toch al zo moeilijk heeft.
Afgelopen maand werd duidelijk dat eerder dit jaar gestopt is met onderzoek naar 4de generatie kernreactoren; de kweekreactoren; nog steeds de hoop (of droom) van de kernenergie-believers. Omdat het Franse kernafval programma voor een belangrijk deel gebaseerd is op ‘hergerbuik’ in de 4de generatie reactoren heeft dat heel wat gevolgen voor het hele Franse kernenergiebeleid. Lees hier het artikel “Der kleine Ausstieg” daarover in die Zeit.
En dan nog het energiebeleid waarin bepaald is dat de rol van kernenergie teruggebracht moet worden naar maximum 50%. Dat is weliswaar uitgesteld tot 2035, maar gaat het bestaande beleid van vervanging van kerncentrales (eentje dicht als er eentje in bedrijf komt – Flamanville ipv Fessenheim) overhoop gooien. Want nieuwbouw na Flamanville is niet in zicht.