De Onderzoeksraad voor Veiligheid vindt de reacties van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Van Veldhoven en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming op de aanbevelingen uit haar rapport ‘Samenwerken aan nucleaire veiligheid’ over de internationale samenwerking bij nucleaire incidenten, teleurstellend; weinig nieuwe inzichten en geen enkele gevoel voor urgentie. Dat blijkt uit de beoordeling van de binnengekomen reacties, die de Raad op zijn website heeft gepubliceerd.
De Onderzoeksraad onderzocht hoe Nederland met België en Duitsland samenwerkt om een kernongeval te voorkomen en de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken. Ook is onderzocht hoe de informatievoorziening aan burgers verloopt. De Raad startte zijn onderzoek naar aanleiding van onrust onder de bevolking over incidenten in de Belgische kerncentrales van Doel en Tihange. Conclusies van het onderzoek, dat op 31 januari werd gepubliceerd, was dat om goed voorbereid te zijn op een kernongeval met grensoverschrijdende gevolgen, het noodzakelijk is dat Nederland de samenwerking met België en met Duitsland verbetert. Ook moeten de landen meer samen oefenen en organiseren dat ze de te treffen maatregelen en de communicatie hierover onderling afstemmen. Daarnaast vindt de Raad dat de bevoegde autoriteiten meer oog moeten hebben voor de zorgen in de samenleving en de informatievoorziening aan burgers moeten verbeteren.
Afgelopen week publiceerde de Raad een beoordeling van die reacties op het rapport uit januari. Die zijn, volgens de OVV, “teleurstellend”. De staatssecretaris en de ANVS “spreken vooral omzichtig geformuleerde intenties uit zonder concreet te worden. In de reacties herkent de Raad de standpunten die de Onderzoeksraad reeds tijdens zijn onderzoek heeft waargenomen. Deze laten weinig nieuwe inzichten zien. Bovendien blijkt uit de reacties geen gevoel van urgentie voor de problematiek als verwoord in het rapport.”