Het was misschien nog niet opgevallen, maar Nederland is vanaf 1 januari voorzitter van de Benelux Unie. Minister Koenders van Buitenlandse Zaken heeft een lijstje prioriteiten gepubliceerd waar Nederland tijdens dat voorzitterschap speciaal aandacht aan wil besteden. Onder het kopje ‘Grenzeloze veiligheid en zekerheid’ is één van de prioriteiten internationale nucleaire inspecties. Onafhankelijk daarvan hebben de Duitse en Belgische toezichthouders afgesproken meer samen te werken en een studie te doen naar de gevolgen voor Duitsland van een nucleair ongeluk in België.
In een brief van minister Koenders over de prioriteiten van Nederland tijdens het roulerende voorzitterschap van de Benelux, staat dat Nederland zich zal inzetten om het aantal nucleaire inspecties uit te breiden, ook met de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Woordelijk: “Gedurende 2016 hebben meerdere gezamenlijke inspecties in Nederland en België plaatsgevonden en in 2017 zal deze samenwerking worden gecontinueerd. Voortbouwend op deze positieve praktijk wil Nederland zich ook inzetten voor gezamenlijke inspecties van de Benelux-landen en Noordrijn-Westfalen (Duitsland).”
In een onafhankelijk daarvan gemaakte afspraak tussen de Belgische nucleaire toezichthouder FANC en de Duitse toezichthouder BMUB is afgesproken dat BMUB een nieuw onderzoek gaat doen naar de gevolgen voor Duitsland van een ongeluk in een Belgische kerncentrale. De stad Aken heeft al de opdracht voor een dergelijke studie gegeven (over de nabij gelegen kerncentrale Tihange) aan een Weense universiteit, maar zowel het FANC als de BMUB vinden de studie niet representatief. Volgens de Belgische krant Het Nieuwsblad zal de FANC deze keer de informatie leveren waarop BMUB haar rapport zal baseren. Dat zou dan een “meer realistisch scenario” op moeten leveren. De studie gaat dus niet over de veiligheid van de Belgische kerncentrales, maar over de gevolgen van een ongeluk.