In Denemarken heeft de regering besloten alle plannen die het had voor de definitieve opslag van radioactief afval te cancelen en besloten tot uitstel van eindberging door middel van tijdelijke bovengrondse opslag. Het jarenlange proces om locaties te vinden voor de ondergrondse opslag van het laag- en middelactief afval is mislukt en stopgezet. Nu wordt gekozen voor enkele decennia (30-50 jaar) tijdelijk bovengrondse opslag en het onderzoeken van de mogelijkheid om het radioactief afval te exporteren. En daar komt opslag bij de Covra in beeld, waar een Deense parlementaire delegatie eind 2014 al op bezoek was..
Denemarken had besloten haar laag- en middel-actief afval (Denemarken heeft geen kerncentrales) ondergronds op te slaan en in 2011 werden daarvoor zes locaties in vijf gemeenten aangewezen. Maar het lokale politieke en maatschappelijke verzet is zo groot dat nu van die plannen voor (‘near surface’) opslag wordt afgezien. Om precies dezelfde reden besloot Nederland in 1984 tot tijdelijke bovengrondse opslag voor een periode van 50-100 jaar. Maar in Nederland is dat nu al 150 jaar (2130) en er is geen enkele reden waarom over 30 jaar in Denemarken (of over 100 jaar in Nederland) het wel lukt om het radioactief afval ergens op te slaan. Het toont het failliet aan van het radioactief afvalbeleid.
Op 19 september besloot de Deense regering –het is officieel nog een voorstel, maar het zal met consensus ongewijzigd door het parlement aangenomen worden- daarom dat het afval voor een periode van 30-50 jaar opgeslagen zal blijven/worden op het terrein van het Risø National Laboratory; de locatie waar het meeste afval is ontstaan door kernonderzoek. Daarna moet het afval alsnog ondergronds opgeslagen moeten worden in geologische formaties op 500 meter diepte, ergens in Denemarken (of Groenland). Dan moet dus het -nu mislukte- proces opnieuw om geschikte locaties te vinden in gemeenten die er in toestemmen. Maar ook gaat de Deense overheid in overleg met ‘andere regeringen’ over een transnationale radioactief afval opslag en of het mogelijk is het afval te exporteren. “Under den forlængede forberedelsesperiode vil regeringen fortsat afsøge mulighederne for fælles internationale løsninger – herunder muligheder for eksport af det mest radioaktive danske atomaffald.”
En hier wordt het ook voor Nederland interessant. In december 2014 was er een delegatie Deense parlementariërs en ambtenaren op bezoek bij de Covra in Zeeland. De (faciliteit van de) Covra staat ook centraal in een Deens overheids-onderzoek uit augustus 2016 naar de haalbaarheid van een bovengrondse opslagfaciliteit.
Covra heeft ook nooit onder stoelen of banken gestoken dat ze graag bereid is buitenlands afval op te slaan, recentelijk nog in januari , maar ook al eerder . Meestal gaat het dan om eindberging maar er is geen enkele reden om te verwachten dat het dan niet ook eerder kan.
En zo schuiven we internationaal (en nationaal!) de oplossing van het radioactief afval probleem voor ons uit.
Wie dan leeft wie dan zorgt!