Met de lessen van het kernongeval in Fukushima en andere recente, al dan niet nucleaire ongevallen in het achterhoofd, voerde de Belgische Hoge Gezondheidsraad (HGR) een kritisch onderzoek van het Belgische noodplan uit [samenvatting / rapport].
De drie belangrijkste conclusies zijn: een groot nucleair ongeval is mogelijk; er wordt een groter gebied getroffen en de gevolgen duren langer. De belangrijkste aanbevelingen: grotere evacuatie zone, in een groter gebied verdelen van jodium en “rehabilitatiestrategieën op lange termijn uit (…) om het sociale en economische weefsel van de getroffen gebieden weer op te bouwen.” Zaterdag 12 maart is er in Antwerpen een demonstratie tegen kernenergie en voor meer hernieuwbare energie.
In het advies ‘Nucleaire ongevallen, leefmilieu en gezondheid in het post-Fukushimatijdperk: Rampenplanning’ formuleert de HGR aanbevelingen over alle maatregelen die moeten worden genomen om een nucleair ongeval te voorkomen of ermee om te gaan. Hoewel de meeste aandacht naar de noodplanning gaat, moest de HGR zijn aanbevelingen wel in het bredere kader van een beleid inzake nucleaire veiligheid plaatsen.
Groot nucleair ongeval is mogelijk
Een eerste, essentiële conclusie is dat we moeten beseffen dat, hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, een ernstig nucleair ongeval zich werkelijk kan voordoen, zelfs in technologisch geavanceerde landen zoals België. Alle Europese veiligheidsinstanties zijn tot dezelfde conclusie gekomen in een recent gemeenschappelijk rapport.
Groter gebied getroffen
De opvatting dat de gevolgen van een ernstig nucleair ongeval beperkt blijven tot de onmiddellijke omgeving van de site (bijvoorbeeld een tiental kilometer voor een evacuatie) wordt tegengesproken door de praktijkervaring. Zelfs voor centrales naar westers ontwerp kan een ernstig ongeval gevolgen hebben op grote afstand. Kijk maar naar Fukushima. Ondanks de gunstige weersomstandigheden moesten gebieden op 30 km en meer van de ramp ontruimd worden. Een ernstig ongeval in een Belgische of een dicht bij de grens gelegen centrale zou in een dergelijke straal tot één miljoen personen treffen, om nog maar te zwijgen van de gevolgen voor de economische activiteiten en de Europese verkeersknooppunten. Het ongeval in Tsjernobyl heeft bovendien aangetoond dat vrijgekomen radioactief jodium op een afstand van 100 km en verder schildklierkanker kan veroorzaken bij gevoelige populaties (foetussen, kinderen).
Gevolgen duren langer
Bovendien kunnen de gevolgen van dergelijke ongevallen vele jaren voelbaar blijven en een gebied generaties lang onbewoonbaar maken. Zo duurt het 30 jaar voor de radioactiviteit van de belangrijkste contaminant (Cesium-137) met de helft is afgenomen in het milieu. Het sociale en economische weefsel van de getroffen gebieden zou voor tientallen jaren ernstig verstoord zijn, met alle psychosociale gevolgen van dien, zoals zowel in Tsjernobyl als in Fukushima is gebleken (stress-symptomen, depressies, zelfmoorden enz.). Die komen nog boven op de gezondheidseffecten op korte, middellange en lange termijn die een rechtstreeks gevolg zijn van de blootstelling aan ioniserende stralingen. Denk maar aan de verschillende soorten kanker (vooral bij blootgestelde kinderen), die zich soms snel aandienen (leukemie), maar vaak ook decennia later optreden, erfelijke effecten voor de nakomelingen, schade aan embryo’s en foetussen, cataract, cardiovasculaire aandoeningen enz.
Aanbevelingen
De ontwikkeling van de kernenergie, de veiligheid van de nucleaire installaties en de gevolgen van een ongeval doen complexe vragen rijzen die gepaard gaan met onzekerheden. Die vragen houden onvermijdelijk verband met menselijke waarden die op verschillende manieren worden ingeschat in de maatschappij. Tegen die achtergrond pleit de HGR voor een voorzorgstrategie. Dat betekent dat er duidelijke lessen moeten worden getrokken uit vroegere ongevallen. Men dient rekening te houden met realistische gebiedsgroottes en crisisperiodes en met een grensoverschrijdende Europese impact. Alle mogelijke scenario’s, inclusief de minst waarschijnlijke, en de kwetsbare punten moeten grondig worden onderzocht. Om een dergelijke aanpak te kunnen toepassen, moeten alle belanghebbende partijen en de algemene bevolking op een open manier betrokken worden. Deze strategie vereist ook dat de met het toezicht belaste organen daadwerkelijk en op controleerbare wijze onafhankelijk zijn van de exploitanten en politieke beheerders en dat de nodige transparantie heerst in verband met belangenconflicten. Hiertoe pleit de Raad ervoor het nationale nucleaire toezicht op Europees niveau aan te vullen en te evolueren naar de oprichting van een Europese veiligheidsinstantie binnen de Europese Unie.