In 18 kerncentrales in Europa wordt het noodkoelwater voorverwarmd. Dat betekent eigenlijk dat die exploitanten (te) weinig vertrouwen hebben in de toestand van het staal van het reactorvat. In een kerncentrale moet in een noodsituatie de kern snel gekoeld kunnen worden. Daardoor wordt onder hoge druk koelwater in de kern gespoten. De temperatuur van de binnenwand van het reactor neemt daardoor snel af, maar de buitenwand kan nog steeds erg warm blijven; tot 280 graden. Het staal moet deze temperatuurverschillen kunnen doorstaan. Maar blijkbaar zijn niet alle kerncentrale-exploitanten daarvan ook overtuigd.
Uit onderzoek van Quarks & Co, een wetenschappelijk programma op de WDR, zijn er minstens 18 kerncentrales in Europa waar het noodkoelwater voorverwarmd wordt, om de thermische druk veel geringer te maken.
Dit voorverwarmen was een van de voorwaarden van de Belgische toezichthouder FANC voor het weer op mogen starten van de reactoren in Doel nadat daar duizenden scheurtjes waren gevonden in het staal van het reactorvat.
Dat voorverwarmen luistert echter nauw; want hoe warmer het water; hoe minder snel het de temperatuur naar beneden brengt; het uiteindelijke doel van noodkoelwater. In elk geval maakt het duidelijk dat veel exploitanten niet heel erg zeker zijn van de veiligheid van reactorvaten bij noodsituaties.