In 1976 noemde de regering vijf zoutkoepels die in aanmerking zouden komen voor ondergrondse opslag van kernafval: Gasselte, Schoonloo, Pieterburen, Onstwedde en Anloo. In 1987 verscheen het Tweede Tussenrapport van OPLA (Commissie OPslag te LAnd), waarin 34 zoutkoepels en zoutlagen worden genoemd. In een bijlage bij het OPLA-rapport uit september 1993 worden nog maar zeven zoutkoepels genoemd die aan de eisen voldoen. Volgens de plannen uit 2001 van de door de regering ingestelde Commissie Opberging Radioactief Afval (CORA) wordt het kernafval op ongeveer 800 meter diepte opgeborgen, met rondom een zoutlaag van zeker 200 meter dikte. Aan deze eisen voldoen in ieder geval negen zoutkoepels: Ternaard, Zuidwending, Pieterburen, Onstwedde, Winschoten, Schoonloo en Gasselte gevolgd door de minder zekere zoutkoepels Hooghalen en Anloo. Omdat in twee daarvan (Zuidwending en Winschoten) al opslag plaatsvindt, blijven er zeven over.
Maar wat weten we van die zoutkoepels? Op basis van recent gepubliceerd onderzoek van TNO, heeft Herman Damveld in samenwerking met Laka hierover een brochure samengesteld. Het resultaat is de brochure 'Zoutkoepels Noord-Nederland als ondergronds berglandschap' die hier te downloaden is.