De minister van IenM heeft een aantal plannen goedgekeurd van NRG over de afvoer van radioactief afval van het terrein in Petten naar de centrale opslag bij de Covra in Zeeland. “Tot en met 19 januari 2016 kunnen direct belanghebbenden bij de ANVS een gemotiveerd bezwaarschrift indienen tegen het besluit.” De plannen die nu zijn goedgekeurd door de minister betreffen de herziene en geactualiseerde plannen van aanpak Radioactive Waste Management Program (RWMP) en Radioactief Afval Project (RAP). De kosten van het afvoeren van het zgn. 'historisch afval' worden ondertussen geschat op ruim 170 miljoen euro.Het Plan van Aanpak RWMP is gericht op de afvoer van:
- vaten met radioactief afval waarin splijtstoffen voorkomen;
- vaten met alfahoudend geclassificeerd afval;
- radioactief afval dat niet in vaten is opgeslagen in de Waste Storage Facility (WSF);
- radioactief afval dat aanwezig is binnen de inrichting van NRG, maar buiten de WSF.
Het Plan van aanpak RAP is gericht op de afvoer van:
- de vaten met radioactief afval aanwezig in de WSF, met uitzondering van de vaten waarin splijtstoffen voorkomen en met uitzondering van de vaten met alfahoudend geclassificeerd afval.
Een paar weken geleden bevestigde de minister (eindelijk) onze vermoedens dat de afvoer van dat afval weer flink vertraagd was. De oorspronkelijke datum van 31-12-2016 was al een keer verlengd tot 31-12-2017, maar nu word de termijn zelfs verlengd tot 2020. Maar in het besluit van de minister is dat ook al weer onzeker: “In het realistische scenario zal het RAP afval naar verwachting uiterlijk op 30 september 2020 van de OLP zijn afgevoerd. In een worst case scenario is dit uiterlijk op 31 december 2022.”
Ogenschijnlijk gaat het om minder vaten dan gedacht die afgevoerd moeten worden: 1120 in plaats van 1647. Maar zo staat in het besluit van de minister: “Daarnaast is vastgesteld dat 527 vaten alfahoudend afval kunnen bevatten." En die vallen niet “onder de scope van RAP” maar nu onder het Radioactive Waste Management Program (RWMP). Totaal wel precies 1647 vaten. De kosten zijn, aldus de minister, flink gestegen: “De kosten om de 1120 vaten af te voeren worden door NRG geschat op €62,3 mln. In 2012 waren de kosten om 1647 radioactieve vaten af te voeren begroot op €56,5 mln. Dit komt overeen met een kosten stijging van 62% per vat.”
Maar dit zijn lang niet de totale kosten. “Zo geeft NRG aan dat er per ultimo 2014 door NRG en ECN een voorziening is getroffen van €109 miljoen.” Die 109 miljoen is dan wel inclusief “€18,2 miljoen (prijspeil 2012) in verband met de installatie (hotcell) en het verwerken van het afval in de hotcell.” In totaal dus ruim 170 miljoen euro.
Het Rijk heeft overigens in de afgelopen jaren een flink gedeelte van die kosten betaald. Zo blijkt dat het ministerie van EZ tussen 1995 en 2006 39,8 miljoen euro heeft gegeven aan ECN voor het verwijderen van radioactief afval. In 2013 krijgt NRG weer 25 miljoen euro voor specifiek dit doel en dan staat het Rijk ook nog garant voor 34 miljoen bij een buitenlandse verwerker van het radioactief afval. Begin december kwam er nog weer een bijdrage van 2,5 miljoen.
Er zijn nog een aantal voorwaarden die de minister stelt bij het goedkeuren van de plannen: allemaal organisatorische zaken die NRG vóór een bepaalde tijd moet hebben gedaan.