Na het algemeen overleg in de Tweede Kamer op 3 april naar aanleiding van vermeende verschillen binnen het kabinet over kernenergie, werd er nu over de ingediende moties (6) gestemd. De moties hadden betrekkingen op:
- strikte randvoorwaarden voor nieuwe kerncentrales;
- over instemming van de Tweede Kamer met het afgeven van een vergunning voor een nieuwe kerncentrale;
- over het op korte termijn vaststellen van concrete randvoorwaarden voor het exploiteren van een kerncentrale;
- om de uitspraak van de minister van VROM over een blokkade van kernenergie tot 2030 voorbarig te noemen.
Alle moties werden verworpen.