Publicatie Laka-bibliotheek:
ITAL Wageningen: atoomenergie in de landbouw. Het ontstaan, de schoonmaak en de kraak van het ITAL
Auteur | Laka, R.J.vd Berg |
![]() |
1-01-8-60-23.pdf |
Datum | februari 2002 |
Classificatie | 1.01.8.60/23 (ITAL WAGENINGEN - ALGEMEEN) |
Voorkant | ![]() |
Uit de publicatie:
INLEIDING In augustus 2001 werd de stichting Laka benaderd door een aantal mensen die van plan waren het leegstaande complex van het voormalige Instituut voor Toepassing van Atoomenergie in de Landbouw (ITAL) aan de Keijenbergseweg 6 te Wageningen te gaan bewonen. De kantoor- en onderzoeksgebouwen staan dan al enkele jaren leeg en volgens de Nederlandse kraakwetgeving is het betrekken van een leegstaand pand onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Omdat de naam van het instituut doet vermoeden dat er in het verleden met radioactieve stoffen is gewerkt wordt de stichting Laka benaderd voor advies over de mogelijke risico's. Een eerste onderzoek in het documentatiecentrum van Laka geeft een indruk van de werkzaamheden die op het ITAL werden verricht. Zo werd er gebruik gemaakt van een aantal ingekapselde stralingsbronnen en werd in laboratoria gewerkt met "open radioactieve bronnen" (vloeistoffen en grondmonsters). Van 1963 tot 1980 is de kernreactor Biologisch Agrarische Reactor Nederland (BARN) in bedrijf geweest. Daarnaast was het Proefbedrijf Voedselbestraling (PROVO) op het terrein gevestigd, waar voedselbestralingsonderzoek werd gedaan met twee grote gamma- stralingsbronnen en een electeonengenerator. Aan de stichting Laka werd gevraagd of het bewonen van de gebouwen stralingsrisico' s met zich mee kon brengen. Twee weken voordat de krakers het complex op 27 augustus betrokken werden er door Laka stralingsmetingen verricht in diverse ruimtes. Deze metingen toonden geen verhogingen aan ten opzichte van de natuurlijke achtergrondstraling. Kleine verhogingen door (kunstmatige) besmettingen laten zich echter moeilijk detecteren vanwege locale variaties in de hoogte van de natuurlijke achtergrondstraling, die bij het ITAL tussen de 0,07 en 0,10 microSievert per uur lagen. De stichting Laka kon zich in haar oordeel over de potentiële risico's niet alleen baseren op de uitgevoerde metingen die geen verhoging konden aantonen. Mogelijk direct contact met achtergebleven radioactieve resten en inname in het lichaam kan ook leiden tot een extra blootstelling aan straling. Om daar meer duidelijkheid over te krijgen was meer informatie nodig over de werkzaamheden met radioactieve stoffen in de gebouwen en de uitgevoerde schoonmaakwerkzaamheden. In afwachting van die informatie werd met de krakers afgesproken dat ze bepaalde ruimtes niet zouden gaan gebruiken.