Publicatie Laka-bibliotheek:
Oprichting kernenergiecentrale ERH in Borssele. Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport

AuteurCommissie MER
1-01-8-27-04.pdf
Datumdecember 2010
Classificatie 1.01.8.27/04 (BORSSELE II - ERH)
Voorkant

Uit de publicatie:

Oprichting kernenergiecentrale ERH
in Borssele
Advies over reikwijdte en detailniveau
van het milieueffectrapport
21 december 2010 / rapportnummer 2482-46

-1-
Inleiding
Energy Resources Holding BV (ERH) heeft gemeld een kerncentrale te willen bouwen en exploiteren
in Borssele. Hiervoor moet een vergunning op grond van de Kernenergiewet worden
verleend. De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) is bevoegd gezag
voor de Kernenergiewet. Om de besluitvorming over de vergunning te ondersteunen
moet een milieueffectrapport (MER) worden opgesteld.
Het initiatief van ERH vertoont grote overeenkomst met het initiatief dat Delta Energy BV in
juni 2009 aankondigde. De Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna ‘de Commissie’)
1 heeft op 3 december 2009 geadviseerd over de richtlijnen voor het MER dat Delta in
voorbereiding op een eventuele vergunning dient op te stellen, en op 11 juni 2010 zijn de
richtlijnen voor het MER vastgesteld. Gegeven de grote overeenkomst tussen beide initiatieven
moet volgens de Commissie het uitgangspunt zijn dat dezelfde eisen worden gesteld aan
het MER van ERH als aan dat van Delta. Daarom heeft zij zich in dit advies geconcentreerd op
de vraag tot op welke hoogte haar richtlijnenadvies voor het Delta-initiatief (hierna het
‘Delta-advies’) ook van toepassing kan zijn op het initiatief van ERH.
Conclusies en aanbevelingen
Vanwege de grote gelijkenis tussen het initiatief van ERH en dat van Delta ziet de Commissie
weinig reden om anders te adviseren over de reikwijdte en het detailniveau van het MER voor
het initiatief van ERH. Wel beveelt de Commissie aan om in het vast te stellen advies onderzoek
naar de effecten van gebruik van kokendwaterreactoren op te dragen.
Daarnaast adviseert de Commissie om het opstellen van een rijksinpassingsplan en van een
plan-MER aan te grijpen om de bredere context te schetsen waarin dit initiatief en andere
energieproductie-initiatieven in het Borssele-gebied moeten worden geplaatst.
Wijze waarop het adv