Publication Laka-library:
Plaats voor 'n kerncentrale? PKB map
Author | Min. EZ, Min. Sociale Zaken, Min. VROM |
Date | 1985 |
Classification | 1.01.0.23/15 (NEW NUCLEAR POWER PLANTS - SITE SELECTION) |
Front | ![]() |
From the publication:
Regeringsstandpunt met betrekking tot Eindrapport van de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid Vestigingsplaatsen voor kerncentrales BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER, VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de heer Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 11 januari 1985 1. Het kabinet heeft zich ernstig en grondig beraden over het Eindrapport van de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid (MOE). De Stuurgroep heeft in dat Eindrapport een zeer brede visie op het voeren van energiebeleid - inclusief het elektriciteitsbeleid - gegeven. Op vele hoofdpunten komen het beleid van de regering en de hoofdconclusies van de Stuurgroep overeen. Het betreft de bevestiging van de noodzaak tot verdere krachtige besparing, de stimulering van duurzame energie en de spreiding van de inzet van energiedragers. Bij enkele belangrijke stellingnames van de Stuurgroep bleek op basis van nadere studie (zie bijlage) dat vraagtekens geplaatst moeten worden. Dit geldt met name voor de ontwikkeling van de elektriciteitsvraag, het te realiseren decentraal vermogen en de kostprijs van de verschillende energiedragers. Over de ontwikkeling van de elektriciteitsvraag heeft de Stuurgroep geen uitspraken gedaan. Uit berekeningen van het Centraal Plan Bureau blijkt, dat de groei van de vraag, met inachtneming van de door de Stuurgroep veronderstelde maximale besparing en van een relatief minder elektriciteitsintensieve economische groei, tot het jaar 2000 minimaal 1% per jaar bedraagt. Ook de adviezen van de Algemene Energieraad en de Electriciteitsraad gaan uit van deze groeiverwachting. Op basis van deze 1% en het in het jaar 2000 totale nog resterende elektrisch vermogen wordt een vermogenstekort van bijna 8000 MWe berekend. Dit vermogenstekort wordt in overeenstemming met de uitspraken van de Stuurgroep met voorrang ingevuld met decentraal vermogen (warmte-kracht- koppeling (WKK), stadsverwarming en duurzame energie). De verdere ontwikkeling van decentraal vermogen wordt met kracht bevorderd. De omvang van het toekomstige decentrale vermogen wordt echter desondanks lager ingeschat dan de Stuurgroep heeft gedaan. Dit geldt in de eerste plaats voor industriële WKK, waarvan de feitelijke en te verwachten ontwikkelingen wijzen op een neerwaartse bijstelling van de tot voor kort gehanteerde prognoses.
This publication is only available at Laka on paper, not as pdf.
You can borrow the publication or request a copy. When we're available, this is possible for a small fee.