NRG heeft in november 2012 een vat met radioactieve splijtstoffen uit de Hoge Flux Reactor verkeerd geregistreerd als niet-splijtstofhoudend afval. Als gevolg hiervan is de proliferatiegevoelige inhoud van het vat in augustus 2017 naar de Waste Storage Facility (WSF) afgevoerd. Daardoor ontstond tot overmaat van ramp ook nog een fout in NRG's splijtstofboekhouding. In augustus vorig jaar werd het vat voor vervoer naar de Covra gereed gemaakt. Bij controle werd de splijtstof alleen niet opgemerkt en werd het 'afvalvat' zonder de voor splijtstoffen vereiste waarborgen in de Hot Cell Laboratories verwerkt. Dit leidde tot een radioactieve besmetting van een hot cell, alleen kon de oorzaak niet achterhaald worden. Pas na onderzoek blijkt de oorzaak de verwisseling in 2012 te zijn geweest. Toezichthouder ANVS besloot gedurende het onderzoek tot geheimhouding vanwege de “potentiële beveiligings- en safeguardsaspecten”.
Op 21 augustus 2017 meldt NRG aan de ANVS dat zij twee weken eerder bij de verwerking van radioactief afval in de Hot Cell Laboratories (HCL) splijtstoffen heeft aangetroffen die afkomstig zijn van onderzoek in de Hoge Flux Reactor (HFR). De splijtstoffen zaten in een afvalvat dat als niet-splijtstofhoudend geregistreerd was.
Waslijst van fouten
Het afvalvat blijkt in 2012 door de HFR naar de Waste Storage Facility (WSF) te zijn overgebracht zonder dat dit in de splijtstofadministratie van NRG is verwerkt. Hierdoor is het afvalvat sinds 2012 zoek geweest. Uit het onderzoek van NRG blijkt dat de oorzaak van de vermissing in verwisseling van de opslagkokers lag in het ontbreken van een herkenbare codering aan de buitenzijde en een onvoldoende gedetailleerde beschrijving van de opslagplaats in de splijtstofadministratie. Daarnaast zijn tijdens het werk onvoldoende controles uitgevoerd om zeker te stellen dat de juiste koker werd afgevoerd en zijn ook de werkzaamheden niet gestaakt toen het bewerken anders verliep dan verwacht.
Het vat is vervolgens vorig jaar door NRG uit de WSF gehaald om het afval gereed te maken voor afvoer naar de Covra. Bij controlemetingen is de aanwezigheid van splijtstof toen niet gedetecteerd en is het afvalvat zonder de voor splijtstoffen benodigde procedures als "historisch radioactief afval" voor verwerking naar de HCL gebracht. Volgens de melding van ANVS nu (gedateerd 21 augustus 2017), geeft NRG “aan dat hierbij de toegestane veiligheidsgrens voor splijtstof in de betreffende hot cell niet overschreden is geweest en dat de gebeurtenis geen gevolgen heeft gehad voor de veiligheid van medewerkers, de bevolking of het milieu.”
Na aantreffen van de splijtstof heeft NRG het afval op “de toegestane wijze en locatie” opgeslagen en heeft ze de splijtstofadministratie gecorrigeerd. Verder heeft NRG volgens de ANVS “technische en organisatorische maatregelen getroffen om een herhaling van deze gebeurtenis in de toekomst te voorkomen.”
Radioactieve besmetting gemeld?
Volgens een andere melding heeft het “onbedoeld bewerken van de opslagkoker met splijtstof [...] geleid tot radioactieve besmetting van de hot cell in de HFR”, die voor dergelijk werk wordt gebruikt. Die radioactieve besmetting is indertijd wel geconstateerd en onderzocht, maar een oorzaak daarvan kon toen niet worden gevonden. Of de melding van radioactieve besmetting van de HCL toen (2016?) aan de ANVS is gemeld blijft onduidelijk. Wel waren er in dat jaar veel problemen met de onderdruk in de HCL.
Transparant communiceren
Ondanks het feit dat de toezichthouder het noodzakelijk achtte om een half te wachten met publicatie ”vanwege potentiële beveiligings- en safeguardsaspecten” wordt het toch als een INES-0 gecategoriseerd. De INES schaal gaat over de veiligheid van de reactor en consequenties van ongewone gebeurtenissen. De melding is voor de buitenwacht nu wel lastig terug te vinden omdat deze nu pas als achtste opduikt in de rij met incidenten bij NRG.