In Friesland is enige onrust ontstaan naar aanleiding van een artikel in de Leeuwarder Courant van vorige week waarin gesteld werd dat kernafval veilig in de ondergrond kan worden opgeslagen en dat Friesland nog steeds een belangrijke kandidaat daarvoor is. In dat artikel wordt het OPERA-eindrapport beschreven, maar ook een rapport in het kader van OPERA uit 2014 waarin de kleilaag onder het Friese Terwipsel als toplocatie wordt genoemd. De FNP is ongerust en heeft vragen in de provincie gesteld.
Het artikel van 12 februari in de Leeuwarder Courant concludeert aan de hand van twee onderzoeken dat Friese kleilagen nog steeds uitdrukkelijk in beeld zijn voor de eindopslag van het Nederlandse kernafval. Het OPERA-eindrapport van eind januari waarin gesteld wordt dat die opslag in klei veilig te realiseren is, en een rapport uit 2014 , waarin gesteld wordt dat vier locaties in de Boomse Kleilaag op vier plekken onder Zuid-Friesland vermoedelijk de geschikte diepte en dikte heeft. De kleilaag is onder Terwispel blijkens onderzoek aan boorkernen van oude gasboringen het meest homogeen, het minst zandig en het minst waterdoorlatend.
De onderzoekers van dat TNO-rapport vinden spoedige proefboringen een topprioreit, omdat de kennis over de kleilaag zo fragmentarisch is. Het is “misschien wel de grootste technische onzekerheid” aldus de onderzoekers in de Leeuwarder Courant. De conclusies in het rapport leunen erg op een gasexploratieboring die Chevron in de winter van 1971 gedaan heeft onder Terwispel.
Friesland is één van de Provincies die de opslag van kernafval in de ondergrond in haar Streekplan heeft uitgesloten, ook al heeft dat vooral symbolische waarde want het Rijk kan dat overrulen.
De Fryske Nasjonale Partij heeft mondelinge vragen gesteld in de Provinciale Staten. Gedeputeerde Kielstra laat weten: 'de provincie is niet betrokken bij het OPERA onderzoek van het Rijk naar de opslag van kernafval. De bevoegdheden van de provincie zijn zeer gering'. FNP is niet blij met het antwoord: “jo kinne je foarstelle dat wy mei dit antwurd net sa bliid binne”.