Vlak na Tsjernobyl, op 4 mei 1986, was er een ongeluk in een kerncentrale in het Duitse Hamm, waarbij radioactiviteit vrijkwam. Het was de aanleiding om de reactor, die nog maar net in bedrijf was, definitief stil te leggen. Een 83-jarige ex-werknemer, zegt nu dat de lozingen van radioactiviteit een beslissing was van het management dat gebruik wilde maken van de verhoogde straling aanwezig in de biosfeer uit Tsjernobyl. Er waren problemen met de regelstaven en het transporteren in de kern van de brandstof. Die zat in de experimentele thoriumreactor in bolletjes (kogels). Die bleven echter steeds klem zitten in de leidingen. Iemand kwam toen, volgens Hermann Schollmeyer, op het idee om de leidingen met helium schoon te blazen: “Wegen der Tschernobyl-Wolke würde das doch ohnehin niemand bemerken” (door de Tsjernobyl-wolk zou dat toch niemand in de gaten hebben), hadden ze bedacht.
Waarom hij dat niet eerder vertelt heeft? Niemand had het hem ooit gevraagd. Waarom nu dan wel: omdat hij een lans wil breken voor de thorium reactor: er was namelijk helemaal geen ongeluk, zoals tot nu toe altijd aangenomen: de thorium reactor deed het prima en hij geloofd er nog steeds in.
Maar de reactor deed het helemaal niet prima.
Het prototype, een Thorium Hoge Temperatuur Reactor (THTR, bouwkosten 4 miljard DM, 2 miljard euro), had de eerste van een hele serie HTRs moeten worden. De THTR was sinds september 1983 af en toe in bedrijf, werd na het ongeluk in mei 1986 in juli weliswaar weer opgestart maar de ene na de andere storing zorgde ervoor dat in 1989 tot het definitieve einde besloten werd.
Totale kosten van deze reactor, inclusief de ontmanteling die tussen 2030-2044 plaats moet vinden, worden geschat op 5,5 miljard euro. De 675.000 brandstofkogeltjes (6cm doorsnee) zijn in 1994 afgevoerd naar de kernafvalopslag in Ahaus.
Er zijn in het deelstaat-parlement (Noord-Rijn Westfalen) vragen gesteld over hoe lang de nucleaire toezichthouder hier al van op de hoogte is en of er strafbare feiten zijn gepleegd.