Weer onrust in Noord-Brabant over de plannen van België om kernafval in kleilagen net over de grens op te slaan. Vooral het drinkwaterbedrijf Brabant Water steekt haar ongerustheid niet onder stoelen of banken. Vooral het feit dat er over tien jaar een locatie gekozen moet gaan worden, verontrust. Tien jaar lijkt dan wel lang, maar is veel te weinig tijd, denkt Brabant Water. Ze zijn bang dat beslissingen overhaast genomen gaan worden met te weinig tijd om naar alternatieven te kijken.
België lijkt nu terug te komen op afspraken over het onderzoeken van alternatieven, aldus het drinkwaterbedrijf, omdat ze overbodig zouden zijn. Brabant Water dringt daarom aan op het toevoegen van een eigen expert aan het Belgische onderzoeksteam naar de grondlagen. Daarmee is ingestemd door Niras, de organisatie die voor de Belgische overheid het kernafval beheert. Maar Brabant Water blijft op hun hoede. Als er niet snel een begin gemaakt wordt met serieus onderzoek naar een alternatief, dan wil Brabant Water dat minister van Economische Zaken Henk Kamp ingrijpt. "Het probleem is dat rond de kleilagen in dit gebied water stroomt dat richting Brabant gaat, dat wij na zuivering gebruiken als drinkwater. Als in die grond kernafval zit, kan dat grote gevolgen hebben.''
In België wordt sinds 1974 onderzoek gedaan naar opslag van hoogradioactief kernafval onder Mol/Dessel in de zogenaamde Booms Kleilagen. Daar is op 225 meter diepte het ondergrondse laboratorium Hades. Niras maakte 20 maart bekend met een verwarmingsexperiment te gaan beginnen in het ondergrondse lab in Mol. Toen ontstond er ook al ongerustheid. Er zijn veel, ook technische bezwaren, tegen klei maar ook tegen de locatie. Zo zijn er ook breuklijnen waardoor het moeilijk is te voorspellen hoe de bodem zich zal gaan gedragen.
Ook in Nederland zijn Boomse Kleilagen die in aanmerking komen voor de opslag van radioactief afval.