Volgens een artikel in het Engelse blad Nature is het materiaal dat gebruikt wordt om kernsplijtingsafval in op te slaan, een stuk minder stabiel dan tot nu toe werd aangenomen. De oorzaak ligt in alfastraling. Alfastralers stoten deeltjes uit met hoge energie. Alfadeeltjes dringen weliswaar niet ver door, slechts enkele hondertste van een millimeter, maar richten op hun korte weg enorme schade aan.
Engelse en Amerikaanse onderzoekers hebben nu die kristalschade onderzocht met een geavanceerde NMR-techniek, en ze komen tot de conclusie dat er vijf keer meer beschadigingen optreden dan men tot nu toe aannam. Per loskomend alfadeeltje schieten zo'n vijfduizend atomen van hun plek in het kristalrooster, terwijl er slechts duizend tot tweeduizend van dit soort verplaatsingen waren verwacht. Dat betekent bijvoorbeeld dat het mineraal zirkoon, dat gebruikt wordt voor opslag van radioactief afval, al na 1400 jaar kan gaan lekken, terwijl het hoog-radioactief afval honderdduizenden jaren radioactief blijft.