De provincie Zeeland, de grootste aandeelhouder van PZEM, op haar beurt aandeelhouder in 's lands laatste kerncentrale, wil kerncentrale Borssele best langer dan 2033 openhouden, maar dan moet het Rijk wel flink in de buidel tasten. En minister Jetten (Klimaat en Energie) zet de deur daarvoor al vast open. Hij nodigt PZEM uit om aan te schuiven bij de gesprekken met kerncentrale-exploitant EPZ over “een intentieverklaring waarin afspraken worden gemaakt over het proces om tot besluitvorming te komen over bedrijfsduurverlenging.” Ze hopen dan “op korte termijn tot een gezamenlijk commitment” te komen.
In de brief van de minister van Klimaat en Energie aan PZEM, met een kopie aan aandeelhouder Zeeland, stelt Jetten voor mee te betalen aan het onderzoek of bedrijfsduurverlenging technisch mogelijk is en tussen de regels door ook om mee te betalen als in bedrijf zijn na 2033 economisch niet haalbaar is, want wind en zon zijn goedkoper. Zeeland gaat nog een beetje 'meestribbelen' om van Jetten, die gebonden zit aan het coalitieakkoord, een zo groot mogelijke zak geld los te krijgen.
Dat kernenergie niet uit kan na 2033 is niet nieuw, we publiceerden er al over in september 2020, maar nu nodigt de minister PZEM uit de rekening te presenteren. Langer in bedrijf blijven moet namelijk een “voldoende aantrekkelijk perspectief na 2033 [zijn] om als serieuze optie te kunnen bespreken”, en alhoewel de 50 jaar oude kerncentrale is afgeschreven is dat dus toch geen uitgemaakte zaak. Jetten gaat dus graag “in gesprek onder welke voorwaarden dit bespreekbaar is.”
Eén grote maar, aldus de minister: als Brussel het goed vindt. En dat is nog maar zeer de vraag. Want staatssteun. Daar houdt Europa niet van.