Ziekenhuizen moeten radioactief afval dat langer dan twee jaar radioactief blijft, afvoeren naar de COVRA. Het RIVM heeft echter voor de ANVS op een rijtje gezet dat het grootste deel van het radioactieve ziekenhuis-afval na een paar jaar niet meer radioactief is. Als de periode dat ziekenhuizen hun radioactief afval zelf mogen bergen wordt verlengd, kan dit volgens het RIVM daarom leiden tot de helft minder ziekenhuisafval voor de COVRA. Hierdoor zijn er minder handelingen met gevaarlijk stralend radioactief afval en kunnen ziekenhuizen besparen op de hoge kosten voor de COVRA. De kosten voor afvoer naar de COVRA zijn de afgelopen jaren namelijk geëxplodeerd nadat de COVRA begon meerkosten voor ontwikkeling van een eindberging voor kernafval van de nucleaire industrie neer te leggen bij, onder andere, ziekenhuizen.
Het afval dat langere tijd radioactieve stoffen bevat, wordt voor onbepaalde tijd opgeslagen bij de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA). Een deel daarvan blijkt na enkele jaren weinig radioactief te zijn. Dit zorgt voor onnodige, dure opslag bij de COVRA. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat ziekenhuizen radioactief afval enkele jaren langer op een veilige manier kunnen opslaan. Hierdoor hoeft er minder afval naar de COVRA te worden afgevoerd.
Vooral medewerkers van ziekenhuizen staan bloot aan de straling van het afval. Hiervoor nemen zij beschermende maatregelen. Volgens berekeningen van het RIVM neemt deze blootstelling weinig toe als het afval enkele jaren langer blijft staan. Ziekenhuizen verwachten in de toekomst meer radioactieve stoffen te gebruiken, onder andere door de komst van nieuwe behandelingen in de nucleaire geneeskunde. De kans is groot dat dan meer radioactief afval ontstaat. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) heeft het RIVM daarom gevraagd te onderzoeken of ziekenhuizen dit afval veilig langer kunnen opslaan.