Publicatie Laka-bibliotheek:
Stralen zonder schade - Inspecties industriële radiografie (2005 t/m 2008)

AuteurVROM inspectie
6-01-4-30-75.pdf
Datumseptember 2009
Classificatie 6.01.4.30/75 (STRALING - NORMEN)
Voorkant

Uit de publicatie:

Samenvatting

Niet Destructief Onderzoek (NDO) is een verzamelnaam voor technieken waarbij
materiaalonderzoek plaatsvindt zonder dat het product wordt beschadigd,
bijvoorbeeld het onderzoek van lasnaden van werkstukken. Eén van de NDO-
technieken maakt gebruikt van ioniserende straling. De ioniserende straling is daarbij
afkomstig van röntgentoestellen of ingekapselde bronnen en staat bekend onder de
verzamelnaam ‘industriële radiografie’. Er waren begin 2009 in Nederland 31
bedrijven in bezit van een vergunning op basis van de Kernenergiewet (KEW) voor
het uitvoeren van industriële radiografie. Van deze vergunninghouders mogen 12
bedrijven op wisselende plaatsen in geheel Nederland industriële radiografie
uitvoeren. De Nederlandse markt wordt gedomineerd door 4 ‘grote’ bedrijven.

De relatief hoge risico’s bij industriële radiografie, de wijzigingen in regelgeving ten
aanzien van ioniserende straling en de signalen van vermoedelijk ernstige
overtredingen bij de toepassing van industriële radiografie waren voor de VROM-
Inspectie in 2005 aanleiding voor het starten van een controleproject dat zich richt op
bedrijven die handelingen uitvoeren met relatief sterke bronnen van ioniserende
straling. Hoofddoel van de controles was het verkrijgen van inzicht in de mate van
naleving van de bepalingen ingevolge de KEW en de daarop gebaseerde regelgeving
en vergunningen door de bedrijven die industriële radiografie uitvoeren. De
resultaten van de controles worden in dit rapport beschreven.

Er zijn bij 5 geselecteerde bedrijven in totaal 69 proactieve controles uitgevoerd,
namelijk 44 eerste controles en 25 hercontroles. Daarbij werden in totaal 178
overtredingen vastgesteld. Dat is gemiddeld 2,6 overtredingen per controle. De 69
proactieve controles zijn onderverdeeld in de volgende soorten controles:
• In totaal 43 controles van de ‘uitvoering van industriële radiografie’, namelijk 26
   eerste controles en 17 hercontroles. Daarbij werden in totaal 108 overtredingen
   vastgesteld, namelijk 80 bij de eerste controles en 28 bij de hercontroles.
•   In totaal 16 controles van de ‘opslag van radioactieve stoffen’, namelijk 11 eerste
    controles en 5 hercontroles. Daarbij werden in totaal 21 overtredingen
    vastgesteld, allen tijdens de eerste controles.
•   In totaal 10 controles van ‘administratieve verplichtingen’, namelijk 7 eerste
    controles en 3 hercontroles. Daarbij werden in totaal 49 overtredingen
    vastgesteld, namelijk 43 bij de eerste controles en 6 bij de hercontroles.

In totaal werden bij de proactieve controles bij 5 geselecteerde bedrijven 14
overtredingen vastgesteld van zogenoemde kernbepalingen, allen tijdens de eerste
controles. Tegen 3 van de 5 proactief gecontroleerde bedrijven is proces-verbaal
opgemaakt vanwege het overtreden van één of meer kernbepalingen.

Er zijn bij 4 bedrijven in totaal 8 reactieve controles uitgevoerd naar aanleiding van
signalen vanuit de samenleving over mogelijke misstanden bij deze bedrijven. Deze
controles beperkten zich voornamelijk tot die aspecten waarover het signaal was
afgegeven. Bij de reactieve controles werden in totaal 22 overtredingen vastgesteld.
Dat is gemiddeld 2,8 overtredingen per controle.

In totaal werden bij de reactieve controles bij 4 bedrijven 8 overtredingen vastgesteld
van zogenoemde kernbepalingen. De signalen die de VROM-Inspectie uit de
samenleving ontvangen heeft over vermoede misstanden bij deze bedrijven waren
juist, alle 8 overtredingen van kernbepalingen zijn vastgesteld naar aanleiding van
signalen die aan de VROM-Inspectie waren afgegeven. Tegen 3 van de 4 reactief
gecontroleerde bedrijven is proces-verbaal opgemaakt vanwege het overtreden van
één of meer kernbepalingen.

Samenvattend kan, naar aanleiding van de uitgevoerde proactieve en reactieve
controles bij de bedrijven die industriële radiografie uitvoeren, worden
geconcludeerd:
1. De naleving van de bepalingen van de KEW en de daarop gebaseerde regelgeving
    en de voorschriften van de aan de bedrijven verstrekte vergunningen is
    onvoldoende. Gedurende de onderzoeksperiode is de naleving wel iets verbeterd,
    met name ten aanzien van de kernbepalingen die zijn gedefinieerd met
    betrekking tot de bescherming van de gezondheid van de bevolking en het milieu
    tegen de gevolgen van ioniserende straling
2. De aan de bedrijven verstrekte vergunningen op basis van de KEW zijn op
    sommige punten slecht handhaafbaar. Hetzelfde geldt voor enkele voorschriften
    die in de regelgeving op basis van de KEW zijn opgenomen. Met betrekking tot de
    bescherming van de gezondheid van de bevolking en het milieu tegen de
    gevolgen van ioniserende straling betreft het onder andere voorschriften die
    betrekking hebben op: de dosis(tempo)limieten aan de afzetting, het onbeheerd
    achterlaten van bronnen, de voorschriften ten aanzien van het opvolgen van
    stralingsincidenten, de eisen die gesteld zijn aan de bergplaats voor radioactieve
    stoffen, de controle van röntgentoestellen en de monitoring van het dosistempo
    binnen en aan de rand van de gecontroleerde zone.
3. Een aantal essentiële aspecten van het zorgsysteem met betrekking tot de
    stralingshygiëne was bij enkele kleine bedrijven niet op orde.

Gezien de resultaten van de proactieve èn reactieve controles is er alle reden om de
inspectiedruk bij de bedrijven, zowel bij de ‘grote’ als bij de kleinere, te handhaven.
Daarbij kunnen de huidige werkafspraken tussen de VROM-Inspectie en de
Arbeidsinspectie worden voortgezet, waardoor de inspectiedruk beter over de
bedrijven kan worden verspreid. Met de Inspectie Verkeer & Waterstaat kunnen
soortgelijke afspraken gemaakt worden. Daarnaast verdient het de aanbeveling om,
naast de gebruikelijke sanctie-instrumenten, andere interventies in te zetten teneinde
de naleving van wet- en regelgeving door de bedrijven te bevorderen. Hiermee is
door middel van compliance assistance bij de individuele bedrijven en met het
instellen van een overleg tussen de overheidsvertegenwoordigers en de branche al
een eerste aanzet gegeven. Daarnaast dient er efficiënter geïnspecteerd te kunnen
worden. Daartoe moeten de inspectiediensten tijdig beschikken over de planning van
de werkzaamheden op locaties bij derden. Tot slot verdient het de aanbeveling om
niet of slecht uitvoerbare en/of handhaafbare voorschriften uit de vergunningen van
de bedrijven en uit regelgeving op basis van de Kernenergiewet aan te passen.