Publication Laka-library:
Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid (Urenco)

AuthorMin.Financiën
1-01-8-30-45.pdf
DateDecember 2001
Classification 1.01.8.30/45 (URENCO/UCN ALMELO - GENERAL)
Front

From the publication:

   Directie Financieringen




  de Voorzitter van de
  Tweede Kamer der Staten-Generaal
  Postbus 20017
  2500 EA Den Haag




  Datum                      Uw brief (Kenmerk)   Ons kenmerk              Inlichtingen
                                                                           drs. R.E. van der Linde
  12 december 2001                                Fin 2001-00331 M         T 070 342 7190
                                                                           F 070 342 7933
                                                                           E r.e.linde@minfin.nl
  Onderwerp

  Nota deelnemingenbeleid Rijksoverheid




De vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer heeft mij gevraagd het beleid rond de
staatsdeelnemingen uiteen te zetten.

Conform mijn toezegging tijdens het algemeen overleg over de commissaris van overheidswege op 10 april
2001 bied ik u hierbij namens het Kabinet een nota terzake aan.




DE MINISTER VAN FINANCIEN,




G. Zalm
DEELNEMINGENBELEID RIJKSOVERHEID



1       Inleiding en samenvatting



Op 10 april 2001 is met uw Kamer overleg gevoerd over de commissaris van overheidswege1. Bij die
gelegenheid hebben de vaste commissies voor Financiën en voor Economische Zaken gevraagd om een
algemene notitie over het beheer van de staatsdeelnemingen. Met dit stuk wordt op dat verzoek ingegaan.


Uw Kamer heeft zich de vraag gesteld hoe de Staat in de toekomst voldoende greep kan houden op zijn
deelnemingen. Enerzijds vervallen bijzondere bevoegdheden van de Staat, zoals het overheids-
commissariaat, anderzijds doen zich ontwikkelingen voor op het gebied van corporate governance die de
invloed van de aandeelhouder doen toenemen. Daarnaast zijn er tal van beleidsmatige en maatschappelijke
ontwikkelingen die invloed hebben op de uitoefening van het aandeelhouderschap. Het belangrijkste doel
van deze nota is dan ook om te komen tot een algemeen kader voor de aandeelhoudersrol van de Staat
tegen de achtergrond van d