De verwachtingen ten aanzien van kernenergie waren enorm. Niet alleen als middel om elektriciteit te produceren, maar juist ook, omdat elektriciteit onuitputtelijk en 'too cheap to meter" zou worden, voor de hele maatschappij.
Met die schone en onuitputtelijke energiebron zou alles beter worden, zouden we tijd krijgen om voor de fijne dingen in het leven, zouden we minder hoeven te werken (vreemd dat ons bij elke nieuwe uitvindingen beloofd wordt dat we minder hoeven gaan werken, maar vanaf de alleroudste oudheid zijn we alleen maar meer uren gaan werken) zouden machines het saaie werk overnemen, zouden ziektes uitgebannen worden, of minimaal; allemaal genezen door radioactiviteit. zouden we onze huizen verwarmen met kleine kerncentrales, onze treinen en vliegtuigen uitgerust zijn met kernenergie, ja, zouden we zelfs een eigen kernreactor hebben voor huishoudelijk gebruik (zie advertentie).Al in 1957 plande de Nederlandse regering dat in het jaar 2000 de verwachte gigantische vraag naar elektriciteit helemaal door kernenergie werd voldaan. Zelfs in de eerste helft van de jaren '70 had men nog plannen voor de bouw van 35(!) kerncentrales
Een paradijselijke maatschappij leek vlak om de hoek te liggen door het temmen van de atoomsplitsing. Nog nooit is een nieuwe uitvinding gepaard gegaan met zo'n rooskleurig maatschappij beeld (later is dat ook, maar in mindere mate, gebeurt met de computer die ons leven en maatschappij drastisch ten goede zou veranderen -met weer de belofte dat we minder zouden hoeven werken.
In de jaren '50, vanaf de 'Atoms for Peace' speech van de Amerikaanse president Eisenhower in december 1953, probeerde de VS de technologie, die ze tot dan toe hadden geprobeerd te monopoliseren en geheim te houden, zoveel mogelijk te verkopen. Daartoe werd een enorme pr-campagne opgezet. Onderdeel daarvan waren dia-series. Hier zijn twee van die series uit het midden van de jaren '50 te zien.