Publication Laka-library:
Milieueffectrapport HEU-LEU conversie MPF
Author | NRG |
![]() |
1-01-8-54-04.pdf |
Date | November 2016 |
Classification | 1.01.8.54/04 (PETTEN RESEARCH LOCATION - PRODUCTION MEDICAL ISOTOPES) |
Front |
From the publication:
Samenvatting Aanleiding Medische (radio-)isotopen zijn radioactieve stoffen die in de gezondheidszorg gebruikt worden voor de diagnostiek, pijnbestrijding en de therapie van diverse aandoeningen of ziektes. De meest toegepaste medische isotoop voor diagnostische doeleinden is molybdeen-99 (Mo-99), dat naar radioactief technetium-99 (Tc-99m) vervalt. Patiënten waarbij een diagnose gesteld moet worden, kunnen dit Tc- 99m toegediend krijgen. Een speciale camera volgt daarna de verspreiding van deze licht-radioactieve stof door het lichaam en maakt bijvoorbeeld de doorbloeding van het hart zichtbaar of de aanwezigheid van bepaalde kankersoorten. In de Molybdenum Production Facility (MPF) van de Nuclear Research & consultancy Group (NRG) te Petten wordt Mo-99 voor dit doel geproduceerd. Hierbij wordt hoog verrijkt uranium (high enriched uranium, kortweg HEU) gebruikt als grondstof. De MPF vormt, samen met het Research Laboratory (RL), de Hot Cell Laboratories (HCL). HEU is, naast de productie van Mo-99, ook geschikt voor de productie van kernwapens. Daarom wordt wereldwijd het gebruik van hoog verrijkt uranium aan banden gelegd. Hierdoor zal HEU op termijn niet meer verkrijgbaar zijn. Om toch Mo-99 te kunnen blijven produceren, heeft NRG besloten het Mo-99 productieproces te veranderen, zodanig dat in plaats van HEU, laag verrijkt uranium (low enriched uranium, LEU) gebruikt kan worden als grondstof in het productieproces. Een gevolg van het gebruik van LEU is dat de opbrengst Mo-99 lager zal zijn, vergeleken met productie van Mo-99 op basis van HEU. Daarnaast bestaat de verwachting dat de vraag naar Mo-99 op termijn zal toenemen. Deze twee punten zijn reden voor NRG om de huidige (vergunde) productiecapaciteit van de MPF optimaal te benutten. In de praktijk is dit al mogelijk, en vormt dit de referentiesituatie in dit MER. Echter, de logistieke marges zijn daarbij dermate klein dat verstoringen tijdens het productieproces zelf of de afhandeling van (rest)producten al kunnen leiden tot vertraging in de levering van Mo-99 of het stoppen van de productie. Daarom wil NRG, naast de veranderingen die nodig zijn voor de verwerking van LEU, ook veranderingen doorvoeren in de logistieke keten. Een belangrijk aspect hierbij is dat de opslagcapaciteit in het RL van radioactieve afvalstoffen die ontstaan bij de productie van Mo-99 wordt vergroot. Hierdoor wordt de kans verkleind dat het nodig is om deze stoffen tijdelijk ergens anders (binnen de OLP) op te slaan, voor ze afgevoerd worden naar de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA, gevestigd in Zeeland).