Publication Laka-library:
Nader onderzoek naar de verwerking van gebruikte splijtstof uit Nederlandse kerncentrales
Author | NRG, Konings, Dodd |
![]() |
1-01-4-40-08.pdf |
Date | March 1999 |
Classification | 1.01.4.40/08 (WASTE - REPROCESSING, CONTRACTS & DISCUSSIONS) |
Front | ![]() |
From the publication:
Nader onderzoek naar de verwerking van gebruikte splijtstof uit Nederlandse kerncentrales NRG R.J.M. Konings & D.H. Dodd Met bijdragen van: P.M.G. Damen, J.F.A. van Hienen, H.P. Hofs, R. Jansma, J.C. Kuijper & H.M. van Rij Petten 24 maart 1999 21 483/99.24187/P Samenvatting & Conclusies De opwerking van de gebruikte splijtstof uit de Nederlandse kerncentrales in Borssele (KCB) en Dodewaard (KCD) is in 1997 het onderwerp geweest van een u itgebreide discussie in de Tweede Kamer. Aanleiding vormde de vraag van kamerlid Blaauw naar een notitie van de regering waarin "het hele traject, zowel het opwerken dan wel opslaan van radioactief afval en het zonodig transporteren van radioactief afval" moet worden bezien, inclusief de financieel-economische aspecten. In een vlak daarvoor gepubliceerde studie van de Technische Universiteit in Eindhoven, uitgevoerd in opdracht van Greenpeace Nederland, werd namelijk geconcludeerd dat de problematiek van civiele plutoniumoverschotten alleen de wereld uit kan worden geholpen door radicaal te stoppen met opwerking. De vraag van de heer Blaauw, die werd gesteund door een meerderheid van de Tweede Kamer, resulteerde in een opdracht van het Ministerie van Economische Zaken aan het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) om een rapport te maken over de consequenties van het openbreken van de bestaande opwerkingscontracten en waarin de milieu-aspecten, de proliferatierisico's en de kosten van de huidige wijze van verwerking van gebruikte splijtstof (opwerking) en het alternatief (directe opslag) worden geanalyseerd. ECN heeft geconcludeerd dat met betrekking tot milieueffecten en proliferatierisico's de beide alternatieven voor- en nadelen hebben die tegen elkaar opwegen zodat er geen voorkeur kan worden uitgesproken. Met betrekking tot de kosten daarentegen bestaat een duidelijke voorkeur voor het continueren van de opwerkingscontracten aangezien in de huidige Nederlandse situatie opwerking van de splijtstof financieel aanzienlijk aantrekkelijker is en bovendien meer zekerheid biedt ten aanzien van de kosten.