Publication Laka-library:
Plaatsing van nieuwe kerncentrales; dilemma's voor lokaal en provinciaal bestuur
Author | SOMSO, Reijnders, W.Turkenburg |
![]() |
1-01-0-23-16.pdf |
Date | April 1985 |
Classification | 1.01.0.23/16 (NEW NUCLEAR POWER PLANTS - SITE SELECTION) |
Front | ![]() |
From the publication:
DE PLAATSING VAN NIEUWE KERNCENTRALES; DILEMMA'S VOOR LOKAAL EN PROVINCIAAL BESTUUR Het kabinet is voornemens minstens twee - en wellicht zelfs vier - nieuwe kerncentrales te bouwen die in 1995 operationeel moeten zijn. Er zal daarbij gekozen moeten worden uit zes verschillende potentiële vestigingsplaatsen. Dit besluit werd begin januari 1985 bekend gemaakt en zal worden voorgelegd aan het parlement. Aan tien jaar onzekerheid over de uitbreiding van kerncentrales in Nederland is hiermee een eind gekomen. Bij nauwkeurige lezing van het besluit echter blijkt dat in wezen slechts gekozen is voor een positieve beoordeling van twee kerncentrales (en wellicht vier) door de verantwoordelijke ministers. De invulling van dit principe -akkoord komt te liggen bij de electriciteitsproducenten en de provinciale overheden. Deze dienen 'een eigen afweging te maken, gebaseerd op het voorliggende regeringsstandpunt en het oordeel van de kamer daarover'. (l) Een van de heetste politieke hangijzers van de laatste tien jaar wordt hiermee aan provinciale en lokale bestuurders gedelegeerd. Nog geen maand later - februari 1985 - worden twintig gemeentes genoemd als mogelijke lokaties voor de opslag van radio - actief afval. Zij staan vermeld in een brief van de Commissie Lokatiekeuze Opslagfaciliteit Radio Actief Afval (LOFRA), waar mr. Geertsema voorzitter van is. De LOFRA kondigt aan met provinciale besturen te zullen spreken en hoopt binnen afzienbare tijd een drietal gemeentes bereid te vinden tot het bieden van een dergelijke opslagfaciliteit. Deze ontwikkelingen zetten de besturen van lagere overheden voor grote dilemma's en dringende vragen. Inzet van het debat is immers niet alleen de plaatsing van kerncentrales, maar ook de opslagfaciliteiten, die in het verleden tot grote lokale beroering hebben geleid. Aan de andere kant hebben veel gemeenten en provincies behoefte aan een economische impuls; zij zitten met een teruglopende werkgelegenheid en zware rente - lasten van onbenutte industrieterreinen. Daarbij komt dat verschillende provinciale staten en gemeentebesturen zich kort geleden onomwonden hebben uitgesproken tegen uitbreiding van kernenergie (zoals Zeeland, Borssele, Dodewaard) of tegen de vestiging van een kerncentrale in hun provincie (Groningen).