SHINE mogelijk naar Groningen


Zeeland vist achter het net, Pallas heeft het nakijken

De kogel is door de kerk; SHINE komt mogelijk naar Groningen. SHINE is een Amerikaans bedrijf wat een methode heeft ontwikkeld om medische isotopen te produceren waarbij veel minder radioactief afval vrijkomt dan bij de productie met een kernreactor. Behalve voor het milieu is dit ook goed nieuws voor Groningen; de komst van SHINE gaat gepaard met veel hoogwaardige werkgelegenheid. De komst is alleen wel slecht nieuws voor NRG in Petten, wat al jaren probeert investeerders te interesseren in Pallas, een in de duinen te bouwen kernreactor. De komst van SHINE maakt die kernreactor nog minder waarschijnlijk. Twee weken geleden berichtte het FD al dat gesprekken tussen Pallas en investeerders tijdelijk waren gepauzeerd. Voorwaarde voor SHINE is wel dat de overheid hen vergelijkbare kansen gunt als dat Petten krijgt.

Het was al een tijdje bekend dat SHINE een Europese vestiging wilde openen, en dat Nederland daarvoor in de picture was. Een jaar geleden werd oud NRG-directeur Buurlage dan ook benoemd tot Europees directeur van SHINE. Voor die Europese vestiging waren eerder Zeeland en Petten nog kandidaat: Petten, omdat dat, volgens voormalig minister Bruins, "voor de hand zou liggen", en afgelopen juni maakt Wientjes bekend dat "een nucleair bedrijf" nog naar Zeeland keek. Op 25 augustus werd het Zeeuwse provinciebestuur echter geïnformeerd dat SHINE toch naar een andere regio zou gaan, waarschijnlijk dus Groningen.

Voor de plannen voor een nieuw te bouwen kernreactor in Petten is dit nog eens een tegenslag. Eerder was er Lighthouse, een techniek ontwikkeld door technologie-concern ASML, waarmee ook op grote schaal medische isotopen kunnen worden geproduceerd, Nationaal Icoon in 2016, wat uiteindelijk voor België koos. En nu dus SHINE, in Nederland. Er is voor SHINE-directeur Buurlage alleen één maar:

Groningen staat op een shortlist van drie locaties in Europa, maar er is volgens Buurlage één grote zorg. 'Gaan we in land terechtkomen waarin we moeten concurreren met het door de overheid ondersteunde initiatief Pallas, dat in onze beleving minder optimaal is dan het onze? Wij kunnen met onze innovatie immers schoner, veiliger, betrouwbaarder en veel kosteneffectiever gaan leveren. Pallas kan wat ons betreft blijven bestaan, maar dan wel in een gelijk speelveld.’