Het realiseren van een eindberging blijft volgens een peer review één van de ‘uitdagingen’ van het Nederlandse radioactief afval beleid. Ook is er weinig vooruitgang bij het overbrengen van het historisch afval uit Petten naar de Covra. Dit blijkt uit een brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de conferentie van een verdrag over het veilig beheer van radioactief afval. Drie jaar geleden bij de vorige toetsingsconferentie waren dit ook al de uitdagingen; er lijkt weinig vooruitgang. Ook vanuit de Europese Commissie zijn er vraagtekens over het Nederlandse radioactief afval beleid.
Nederlands is ondertekenaar van van het ‘Gezamenlijk Verdrag inzake de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval’. Elke drie jaar is er een toetsingsconferentie waar het landenrapport wordt besproken (hier het Nederlandse rapport uit 2017 en vorige rapporten). Hoewel er een verslag wordt gepubliceerd zijn de discussies met vragen over het beleid van de lidstaten niet openbaar. In de toetsingsconferentie, die –volgens Van Veldhoven- het karakter van een peer review heeft, wordt soms ook bedekt kritiek geleverd op het Nederlandse beleid. En vaak blijkt dat te gaan over de 100 jaar die Nederland wacht met de eindberging.
Staatssecretaris Van Veldhoven schrijft in haar brief aan de Tweede Kamer dat er een aantal Areas of Good Performance zijn vastgesteld (o.a. de oprichting van de ANVS, en het aanbrengen van "artistieke elementen" op de opslaggebouwen van de Covra) maar dat er ook vier ‘uitdagingen’ zijn benoemd. Twee daarvan werden drie jaar geleden ook al genoemd als uitdaging: concrete stappen op weg naar een eindopslag (dat heet dan: “De transitie van de opslag van radioactief afval en bestraalde splijtstof naar de eindberging”) en het overbrengen van het ‘historisch radioactief afval’ van Petten naar de Covra. “Aangezien er nog geen eindberging operationeel is en slechte een beperkt deel van het historisch afval naar Covra is overgebracht, heeft de landengroep vastgesteld dat deze punten voor Nederland als uitdaging blijven staan.”
Dat zal ook nog wel even zo blijven. Het overbrengen van het historisch kernafval uit Petten naar de Covra, kan maar zo nog 10 jaar duren (18 juli is de zitting bij de Raad van State over het Plan van Aanpak, waartegen Laka in beroep is gegaan) en de eindberging gaat nog meer dan 100 jaar duren, zo is het huidige beleid.
Terwijl de weerstand tegen dat vooruitschuiven in Nederland toeneemt, is dat ook internationaal een punt van kritiek. Nog maar twee maanden geleden werd Nederland door de Europese Commissie op de vingers getikt, waarschijnlijk als vervolg op de briefwisseling uit 2017 waarin de Commissie laat weten er niet van overtuigd te zijn dat Nederland met het Nederlandse kernafvalbeleid -100 jaar niets doen- "concrete stappen zet om toekomstige generaties niet onnodig op te zadelen met radioactief afval".
Maar zoals gezegd, de precieze reden voor de maning aan Nederland is onduidelijk: de brief is geheim. Een verzoek van Laka met beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur om de brief van de Europese Commissie te ontvangen werd ondertussen afgewezen.