Er zijn nog steeds geen private financiers voor de Pallasreactor, het laatste deel van de lening voor de reactor zal binnenkort uitbetaald moeten worden, maar een definitieve beslissing over het doorgaan van de nieuwe reactor is pas noodzakelijk in 2020. Dit blijkt uit de kabinetsreactie op nieuwe onderzoeken van de Hoogambtelijke werkgroep Nucleair Landschap. Verder blijkt dat het Kabinet met een financiële bijdrage de verdere ontwikkeling van Lighthouse -de door ASML ontwikkelde technologie om de belangrijkste medische isotoop zonder een reactor te produceren- gaat ondersteunen. Dat is nieuw, tot nu toe werd alleen de komst van de Pallasreactor financieel ondersteund.
Afgelopen donderdagavond –de avond voor Koningsdag en aan het begin van het twee weken durende mei-reces van het parlement- werden de lang verwachte aanvullende rapporten gepubliceerd van de hoogambtelijke werkgroep (HAW) Nucleair Landschap. Het gaat om een aanbiedingsbrief met een Kabinetsreactie en drie achterliggende rapporten: een aanvullend rapport van het RIVM op het rapport van vorig jaar over Marktontwikkeling en leveringszekerheid van medische isotopen, een Pallas/Lighthouse review van PwC/Strategy& en een doorlichting van het Radioactive Waste Management Programme (RWMP), of te wel de afvoer van het historisch afval op het NRG terrein in Petten (waarover op een ander moment meer).
Uitholling van voorwaarden lening
Het meeste in de rapporten is bekend, maar er zijn toch nog heel wat zaken die er uit springen. We gaan hier nu alleen wat dieper in op financiering en op de veranderende invulling van ‘Fase 1’. Daar is namelijk iets vreemd mee aan de hand. De lening van 80 miljoen van Rijk en Provincie is voor Fase 1 van het Pallas project, zo is in 2013 afgesproken, omdat die fase –zo bleek uit een eerdere poging- niet privaat gefinancierd kan worden. Fase 1 is steeds vanaf het begin concreet gedefinieerd; de minister in 2013: "het ontwerp van de reactor, de aanbesteding en de vergunningverlening, alsmede het aantrekken van financiering voor de bouw en exploitatie". En ook bijv. in dit –niet onbelangrijke- document van de Europese Commissie uit 2013 waarin de lening van 80 miljoen goedgekeurd wordt: “ontwerp, aanbesteding, vergunningverlening, financiering / businesscase (2013-2017)”. Het hele bedrag van 80 miljoen is in delen opgesplitst (‘tranches’) en de uitbetaling afhankelijk gemaakt van voortgang in Fase 1.
In dit HAW-rapport staat dat de beslissing over het laatste deel van de lening voor Fase 1 in “Q2 2018” zal vallen: tweede kwartaal dit jaar dus. Men zou dan verwachten dat aan de voorwaarden voor uitbetaling zou moeten zijn voldaan: namelijk grote voortgang –het gaat tenslotte om het láátste deel van de lening- bij "het ontwerp van de reactor, de aanbesteding en de vergunningverlening, alsmede het aantrekken van financiering voor de bouw en exploitatie".
Het tegendeel is waar: het traject voor het verkrijgen van de belangrijkste vergunning –die van de Kernenergiewet- begint pas over twee jaar en de private financiering is nog net als in het verleden: ‘onduidelijk’ als je het heel positief bekijkt en ‘non-existent’ bij een realistische beschouwing. Dat vindt ook het HAW-rapport: daar is sprake van “2020, wanneer er meer inzicht wordt verwacht over de private financiering”.
Daarom is het opmerkelijk dat het kabinet toch lijkt over te gaan tot betaling van het laatste deel van de lening. Daarvoor laat ze nu die ‘financiering‘ zelfs helemaal vallen als voorwaarde. Letterlijk staat er in de brief: “Eén van de voorwaarden voor de uitbetaling van de laatste tranche is dat Pallas voldoende vordering maakt in fase 1 (ontwerp, aanbesteding en vergunningverlening).“
Of de Tweede Kamer over uitbetaling van het laatste deel nog iets te zeggen heeft? De slotopmerking in de brief doet het ergste vrezen: “Over de besluitvorming rondom het beschikbaar stellen van de laatste tranche van de lening aan Pallas zullen de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Minister van Economische Zaken en Klimaat uw Kamer begin derde kwartaal gezamenlijk informeren.”
Bij de provincie Noord-Holland zou dat wel eens anders kunnen liggen; daar zijn al eerder problemen over het ontbreken van voortgang bij de voorwaarden voor de lening geweest. Zo werd er in december 2014 door de Provinciale Staten een motie van D66 en PvdA aangenomen waarin Gedeputeerde Staten gevraagd wordt ”Provinciale Staten voorafgaand aan het besluit over het vrijgeven van een volgende tranche een ge-update businesscase voor te leggen, met een overzicht van geïnteresseerde private partijen die bereid zijn om in te stappen” En na het in eerste instantie weigeren van het tweede deel van de lening door Gedeputeerde Staten eind 2015, zegt toenmalig verantwoordelijk minister Kamp: “Daarnaast heb ik met de provincie afgesproken dat in gezamenlijkheid de voortgang van de realisatie van Pallas zal worden beoordeeld en dat er voorafgaand aan het verwachte go/no go-moment in de tweede helft van 2017 concrete belangstelling voor Pallas moet zijn van potentiële investeerders en exploitanten.” Behalve dat het go/no go moment een jaar uitgesteld is, laat dit aan duidelijkheid weinig te wensen over: zonder concrete investeerders geen laatste deel van de lening. Een eis meermaals bevestigd door de Provinciale Staten. Of was dat ook een loze belofte?