De directie van ECN/NRG belooft beterschap bij de afvoer van het historisch kernafval op het terrein in Petten naar de Covra. De nucleaire toezichthouder had de directie uitgenodigd voor een gesprek naar aanleiding van hun ongenoegen met trage voortgang van het project en de redenen daarvoor. Die moesten volgens de toezichthouder vooral gezocht worden in organisatorisch onvermogen, onwil en priorisering. Er komt binnenkort een actualisatie van het Plan van Aanpak voor het scheiden en de afvoer van het radioactief afval.
De directie van ECN/NRG moest op het matje komen bij de nucleaire toezichthouder ANVS over de problemen en vertraging bij de afvoer van het historisch afval. De ANVS werd “ondubbelzinnig verzekerd dat het project de hoogste prioriteit heeft en er geen sprake is van een afnemende inzet of gebrek aan commitment.”
De ANVS liet eind januari weten daar aan te twijfelen en ook aan de organisatorische kwaliteiten en de wil om het probleem op te lossen. Toen werd dat in de brief van de minister van Infrastructuur en Milieu afgedaan als korte mededeling, in deze brief staan er iets meer details waarom de ANVS tot die conclusie kwam. “In de maandelijkse voortgangsoverleggen op projectniveau tussen ANVS en het projectteam van NRG werd meerdere malen vertraging gemeld, met als oorzaken dat er onvoldoende personeel beschikbaar was, soms langdurige onbeschikbaarheid van benodigde apparatuur en geen besluitvorming rondom enkele belangrijke nieuwe ontwikkelingen in het project. Gecombineerd met het in de media door ECN en NRG geschetste beeld dat men het historisch afval primair als verantwoordelijkheid van de overheid ziet, ontstond bij de ANVS het beeld van een verminderd draagvlak bij de directie van ECN en NRG voor de uitvoering van het project.”
De directie erkent dat er achterstand is, maar gaat er vanuit dat de geplande datum nog steeds gehaald kan worden, iets wat de ANVS al onhaalbaar achtte. Op 1 maart moet er een actualisatie liggen van het in december 2015 goedgekeurde Plan van Aanpak.