Af en toe wordt kernenergie met thorium (in plaats van uranium) als de oplossing van ons energieprobleem gepropagandeerd (tussen haakjes: het belangrijkste probleem met energie is dat we er te veel van gebruiken). Op thorium als brandstof valt nog wel wat op af te dingen, en dat doen we ook regelmatig. Uit antwoorden van minister Kamp op vragen uit de vast commissie Economische Zaken, blijkt dat de minister ook niet zo erg positief is over thorium. Hij drukt zich nog mild uit (er zijn nog wel wat meer nadelen op te noemen), maar helemaal afbranden zal hij het natuurlijk niet. Al was het alleen maar omdat hij zelf onderzoek in Delft en Petten naar thorium reactoren (mede-)financiert. Hij antwoordde (op vraag 97): "Er zijn echter niet alleen voordelen verbonden aan thorium.
Het gebruik ervan is alleen maar zinvol in combinatie met verrijkt uranium. Daarnaast is er tot op heden geen infrastructuur voor het op grote schaal produceren van thorium als brandstof. Er is al vele jaren ervaring met de hele cyclus voor het gebruik van uraniumsplijtstof, van mijnbouw tot afvalverwerking. Bij een overstap naar thorium zou deze cyclus anders moeten worden ingericht. Zo komt er bij het opwerken (het chemisch scheiden van de nog bruikbare splijtstof van het radioactieve afval) meer straling vrij dan bij de cyclus voor uraniumsplijtstof. Gezien deze nadelen acht ik het onwaarschijnlijk dat thorium op korte termijn ingezet kan worden voor energieproductie."