Publicatie Laka-bibliotheek:
Definitieve beschikking Brandstofdiversificatie
NV EPZ
Auteur | Min. EL&I |
1-01-8-23-13.pdf | |
Datum | juni 2011 |
Classificatie | 1.01.8.23/13 (BORSSELE I - VERGUNNINGEN, BEZWAREN & PROCEDURES) |
Opmerking | Bron: |
Voorkant |
Uit de publicatie:
1. Het Besluit 1.1 Vergunning Op grond van artikel 15, onder a en b, van de Kernenergiewet (Kew) wordt aan de aanvrager N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid—Nederland (NV EPZ), Zeedijk 32, 4454 PM Borssele (Postadres: Postbus 130, 4380 AC Vlissingen) vergunning verleend voor de bij de brief van 7 juli 2010, kenmerk EPZ/Bon/Roo/81000059, aangevraagde wijzigingen ten behoeve van Brandstofdiversificatie in de kerncentrale Borssele, te Borssele (gemeente Borsele). Het voorhanden hebben en toepassen van splijtstof wordt, naast het gebruik van verrijkt natuurlijk uranium (ENU) en verrijkt gerecycleerd uranium (ERU), verruimd met de inzet van mengoxide splijtstofelementen (MOX) en met de inzet van splijtstofelementen met gecompenseerd verrijkt gerecycleerd uranium (c— ERU). Deze wijzigingen zijn omschreven in de bijbehorende aanvraagdocumenten en worden toegelicht in hoofdstuk 2 van deze vergunning. Eén en ander wordt vergund zoals nader omschreven onder 1.2. De onder 1.3 genoemde documenten maken deel uit van de vergunning. Ter waarborging van de veiligheid en stralingbescherming zullen onder 1.4 voorschriften verbonden worden aan deze vergunning. Tegelijkertijd worden op grond van artikel 19, eerste lid, van de Kernenergiewet ambtshalve een aantal voorschriften aan de vergunning gewijzigd die betrekking hebben op enerzijds het opnemen van een herziende lijst van Nucleaire Veiligheidsregels (NVRs) in Bijlage A en anderzijds op het actualiseren van een voorschrift in verband met de opslag van radioactief afval. In bijlage B is een verklarende woordenlijst opgenomen van begrippen zoals die in deze beschikking aan de orde komen. Deze woordenlijst vormt geen onderdeel van onderhavige beschikking. 1.2 Inhoud en geldigheid van de vergunning Met het verlenen van de gevraagde vergunning wordt de vigerende Kernenergiewet-vergunning van 18 juni 1973 met kenmerk nr. 373/1132/EEK zoals nader vastgesteld bij Koninklijk besluit van 13 september 1979, nr. 46, op grond van de artikelen 15, onder a en b, 29 en 34 van de Kew, laatstelijk gewijzigd bij beschikking d.d. 13 december 2005, met kenmerk SAS/2005212596, ten behoeve van de kerncentrale Borssele gelegen aan de Zeedijk 32 te Borssele, gewijzigd. De vergunde wijzigingen naar aanleiding van de aanvraag betreffen: Naast het reeds vergunde voorhanden hebben en toepassen van splijtstoffen in de vorm van splijtstofelementen met verrijkt natuurlijk uranium (ENU) en met gerecycleerd verrijkt uranium (ERU) tot een maximale verrijkingsgraad van 4,4 gew.% uranium—235 mag NV EPZ tevens de volgende vormen van splijtstof voor handen hebben en toepassen: Mengoxide (MOX) 1. Het voorhanden hebben van splijtstoffen in de vorm van splijtstofelementen met mengoxide (MOX) met ten hoogste 5,41 gew.% splijtbaar plutonium en ten hoogste 0,25 gew.% uranium—235. Het toepassen van splijtstoffen in de vorm van MOX splijtstofelementen tot ten hoogste 48 stuks (40%) in de reactorkern en waarbij de MOX splijtstofelementen aanwezig in de reactorkern ten hoogste 5,41 gew.% splijtbaar plutonium en ten hoogste 0,25 gew.% uranium—235 bevatten. 3. De maximaal gemiddelde opbrand van een splijtstofstaaf in de MOX splijtstofelementen bedraagt 68 MWd/kg in het geval van splijtstofelementen van het HTP—type. Bij het toepassen van MOX splijtstofelementen in de reactorkern tot een maximum van 40% MOX splijtstofelementen bestaat het overige deel van de 121 elementen in de reactorkern uit splijtstofelementen met verrijkt natuurlijk uranium (ENU) of met verrijkt gerecycleerd uranium (ERU) met een maximale verrijkingsgraad van 4,4 gew.% uranium-235 of uit splijtstofelementen met gecompenseerd verrijkt gerecycleerd uranium (c- ERU) met een maximale verrijkingsgraad van 4,6 gew.% uranium-235. Gecompenseerd verrijkt gerecycleerd uranium (c-ERU) 1. Het voorhanden hebben van splijtstoffen in de vorm van splijtstofelementen met gecompenseerd verrijkt gerecycleerd uranium (c-ERU) tot een maximale verrijkingsgraad van 4,6 gew.% uranium—235. 2. Het toepassen van splijtstoffen in de vorm van (c-ERU) splijtstofelementen tot ten hoogste 121 stuks in de reactorkern waarbij de c-ERU splijtstofelementen waarvan de maximale verrijkingsgraad 4,6 gew.% uranium-235 bedraagt. 3. De maximale gemiddelde opbrand van een splijtstofstaaf van de c-ERU splijtstofelementen is 68 MWd/kg in het geval van splijtstofelementen van het HTP—type. De vergunning is geldig voor onbepaalde tijd.