Publication Laka-library:
Milieueffectrapport Uraniumverrijkingsindustrie Urenco Almelo, behorende bij aanvraag 16 mei uitbreiding naar 3500 tSW/jaar

AuthorUrenco Nederland BV
1-01-8-36-14.pdf
DateMay 2003
Classification 1.01.8.36/14 (URENCO/UCN ALMELO - LICENSING PROCEDURES & LAWSUITS)
Front

From the publication:

mei 2003
SAMENVATTING

Dit Milieueffectrapport (MER) is opgesteld door Urenco Nederland B.V (“Urenco NL”). ten
behoeve van de aanvraag om vergunning in verband met het wijzigen van de inrichting te
Almelo. De inrichting betreft de uraniumverrijkingsindustrie Urenco NL, gelegen op het
industrieterrein "Bornsestraat”. Urenco heeft het voornemen de capaciteit voor verrijking van
uranium uit te breiden van de thans vergunde 2.800 ton Separative Work per jaar (tSW/jaar)
tot maximaal 3.500 tSW/jaar.

In deze samenvatting is zoveel mogelijk de in het rapport aangehouden indeling gevolgd.

Inleiding

Urenco Nederland B.V. is onderdeel van de Urenco-organisatie, die sinds het begin
van de jaren ‘70 uraniumverrijkingsfabrieken exploiteert in Nederland, Duitsland en
Engeland. De basis voor de samenwerking tussen de firma's uit deze drie landen is
gelegd in het Verdrag van Almelo, dat op 4 maart 1970 door deze drie landen is
afgesloten. De Urenco-organisatie met als moederbedrijf Urenco Ltd., heeft inmiddels
een marktaandeel van ca. 15% van de westerse verrijkingsmarkt opgebouwd, daarbij
gebruikmakend van de ultracentrifugetechnologie.

In maart 1993 is door Urenco Nederland v.o.f. een voor de gehele inrichting
omvattende vergunningsaanvraag inclusief milieueffectrapport ingediend. Dit
milieueffectrapport uit 1993 beschouwde de uitbreiding van de capaciteit voor de
gehele inrichting naar 3.500 tSW/jaar. In december 1993 is op basis van deze aanvraag
een vergunning verleend voor een verrijkingscapaciteit van 2.500 tSW/jaar. In de
periode tussen aanvraag en verlening van de vergunning is Urenco Nederland v.o.f.
overgegaan in Urenco Nederland B.V, een dochteronderneming van Urenco Ltd.

Sinds het verlenen van de vergunning in 1993 zijn door Urenco Nederland B.V. een
vijftal vergunningsaanvragen ingediend voor kleine wijzigingen ten opzichte van de
aanvraag uit 1993. Het bevoegd gezag heeft beschikkingen op deze aanvragen
verleend.

Na publicatie van de startnotitie in april 2001 zijn twee aanvragen voor wijziging van
de vergunning ingediend. Het bevoegd gezag heeft op deze aanvragen beschikkingen
verleend. De laatste aanvraag betrof het uitbreiden van de drie vergunde modules van
SP5. De vergunde capaciteit voor de gehele inrichting werd daarmee verhoogd van
2.500 naar 2.800 tS W/jaar.

IL Aanleiding en doel

De doelstelling van Urenco is: "Het commercieel exploiteren van een uranium-
verrijkingsindustrie zoals overeengekomen in het Verdrag van Almelo".

De totale capaciteit van de Urenco-organisatie eind 2002 is ca. 5.500 tSW/jaar en is
geleidelijk aan opgebouwd sinds de jaren '70 in lijn met groeiende orderportefeuille; er
is geen overcapaciteit. Eenderde van deze capaciteit is opgebouwd in de verrijkings-
industrie in Almelo, verdeeld over drie verrijkingsfabrieken: SP3 met een capaciteit
van ca. 100 tSW/jaar, SP4 met een capaciteit van ca. 1.200 tSW/jaar en SP5 met een
capaciteit van ca. 550 tSW/jaar. Aangezien geïnstalleerde verrijkingssystemen in deze
fabrieken verouderen, zullen deze systemen te zijner tijd uit bedrijf worden genomen,
te beginnen met SP3, die uiterlijk in 2006 uit bedrijf zat worden genomen.
De bestaande situatie biedt in de toekomst onvoldoende mogelijkheden om de markt te
kunnen volgen en uitvallende capaciteit te compenseren. Hiertoe is nieuwe
verrijkingscapaciteit noodzakelijk.

De verrijkingsmarkt waar de Urenco-organisatie zich op richt (d.w.z. de wereldmarkt
uitgezonderd de landen van het voormalig Oostblok) is de laatste 10 jaar gegroeid van
25.000 tSW/jaar naar 36.000 tSW/jaar. Deze markt zal naar verwachting voor 2010
een omvang hebben bereikt van 40.000 (SW{jaar door een groei van nucleair
vermogen en een groei van de brandstofvraag van bestaande kerncentrales.

Op basis van bestaande en te verwachten contracten en uitgaande van de superieure
Urenco technologie, verwacht de Urenco-organisatie een stijgend marktaandeel te
kunnen realiseren, en wel van ca. 25% rond het jaar 2010. Dit vereist een
verrijkingscapaciteit van ca. 10.000 tSW/jaar voor de gehele Urenco Groep. Voor
Urenco NL betekent dit de noodzaak een capaciteit van 3.500 tSW/jaar in Almelo te
kunnen opbouwen. De capaciteitsopbouw om te voldoen aan de groeiende behoefte
van Urenco Groep zal plaatsvinden in Almelo plaatsvinden in  SP5 waar tevens
capaciteit van SP3 en SP4 wordt vervangen die verdwijnt als gevolg van uitval van
centrifuges (i.v.m, het bereiken van het einde van de levensduur).

In de Urenco-organisatie worden besluiten over de locatie waar capaciteitsuitbreiding
plaatsvindt primair geleid door commercieel-economische motieven.

Het verkrijgen van vergunning voor het uitbreiden van de capaciteit van SP5 is
derhalve van bijzonder belang om de continuïteit van de locatie Almelo te
waarborgen.