Publication Laka-library:
Structuurvisie Ondergrond. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop
Author | Commissie MER |
1-01-4-30-79.pdf | |
Date | July 2017 |
Classification | 1.01.4.30/79 (WASTE - GEOLOGICAL DISPOSAL IN SALT/CLAY) |
Remarks | zie 1.01.4.30/71 voor voorlopig toetsingsadvies |
Front |
From the publication:
Structuurvisie Ondergrond Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 13 juli 2017 / projectnummer: 2907 Commissie MER 1. Oordeel over het MER Strong en de aanvulling daarop. 1.1 Inleiding De (ontwerp) Rijksstructuurvisie Ondergrond (Strong) heeft als doel beheer en bescherming van nationale belangen in de ondergrond. Deze belangen betreffen de winning en opslag van stoffen in de diepe ondergrond alsmede het deel van de drinkwatervoorziening dat grondwa-ter gebruikt, inclusief een strategische voorraad voor crisissituaties.1 De ministers van Infrastructuur en Milieu (IenM) en van Economische Zaken (EZ) besluiten over Strong. Voorafgaand aan dat besluit zijn de effecten op het milieu onderzocht in een Milieueffectrapport (MER). De ministers hebben de Commissie voor de milieueffectrapportage (verder ‘de Commissie’)2 gevraagd het MER te toetsen. Op 20 februari 2017 heeft de Commissie een voorlopig toetsingsadvies uitgebracht. Daarin concludeerde zij dat het toen voorliggende MER niet geschikt was voor een besluit over Strong in de destijds beoogde opzet. Zij adviseerde het MER aan te vullen.3 1.2 Aanvullingen MER De Commissie adviseerde het MER aan te passen, zodat op nationaal niveau goed onder-bouwde keuzes kunnen worden gemaakt over strategisch gebruik van de ondergrond. In het aangevulde MER4 geven de ministeries aan dat het MER vooral een beleidsvoorbereidende en signalerende functie heeft. Daadwerkelijke keuzes (ja, mits of nee, tenzij) zijn hierbij nog niet aan de orde. Bij de latere regionale of lokale keuzes zal opnieuw naar milieueffecten in de volle breedte moeten worden gekeken. Op welke wijze daar invulling aan wordt gegeven is nog onduidelijk. Het MER geeft inzicht in de meest relevante risico’s voor het vervolg, maar doet geen uitspraak over de omvang van deze risico’s. 1.3 Conclusie van de Commissie m.e.r. De Commissie constateert dat met de aanvulling van het MER beter inzicht wordt gegeven in de (vervolg-)besluitvorming rond mijnbouwactiviteiten (winning en opslag) en andere be-staande of eventueel te ontwikkelen functies in de diepe ondergrond. De reikwijdte is expli-ciet ingeperkt tot alleen de diepe ondergrond en de activiteiten die invloed hebben op andere functies in de diepe en ondiepe ondergrond en op functies aan de oppervlakte. En tot slot zijn de te onderzoeken functies beter afgebakend. De Commissie vindt dat door deze inperking de informatiewaarde van het MER en daarmee de meerwaarde van de Structuurvisie sterk afneemt. Daarnaast concludeert de Commissie dat de methodische onvolkomenheden uit het MER (nog) niet allemaal zijn verholpen (zie hier-voor ook het voorlopig toetsingsadvies). Vanwege de inperking van de reikwijdte van de Structuurvisie heeft dit geen impact op het eindoordeel van de Commissie. In paragraaf 2.4 van dit advies geeft de Commissie enkele voorbeelden uit het voorlopig advies die niet zijn gerepareerd in het aangevulde MER.5 De Commissie constateert dat, gegeven de inperking van de reikwijdte en beleidsambities van Strong en de uitleg van de (vervolg-)besluitvorming over de winning en opslag van stof-fen in de diepe ondergrond, de noodzakelijke informatie beschikbaar is voor de besluitvorming over Strong. De Commissie heeft geen kennis genomen van de aangepaste ontwerp-Strong. Zij adviseert bij de besluitvorming de teksten uit Strong aan te passen op basis van de informatie uit het aangevulde MER. Daarbij adviseert zij in de definitieve Strong aan te geven dat bij vervolgbe-sluitvorming aanvullende milieu-informatie nodig is bij voorbereiding van de besluiten (zoals aangegeven in het definitieve MER).