Publication Laka-library:
Advies voor de richtlijnen tbv het toetsingscriterium voor de ondergrondse opberging van radioactief afval
Author | Commissie MER |
1-01-4-30-11.pdf | |
Date | February 1988 |
Classification | 1.01.4.30/11 (WASTE - GEOLOGICAL DISPOSAL IN SALT/CLAY) |
Front |
From the publication:
1. INLEIDING Per brief van 11 oktober 1984 aan de Tweede Kamer (1) heeft de toenmalige Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) de ontwikkeling van een radiologisch toetsingscriterium aangekondigd. De ontwikkeling van een dergelijk radiologisch toetsingscriterium was opgenomen in het programma van de Studiecommissie (Geologische) Opberging te Land (OPLA). Het toetsingscriterium zou behalve het vaststellen van criteria voor stralenbeschermings normstelling ook een handleiding voor de methode van toetsing moeten inhouden. In het IMP-Milieubeheer 1987-1991 (2) wordt gesteld dat dit toetsingscriterium (radiologisch normenstelsel) ontwikkeld moet worden ten behoeve van toetsing van mogelijke plannen voor de ondergrondse opberging van radioactief afval. De ontwikkeling van het toetsingscriterium door het Ministerie van VROM vindt plaats gescheiden van het OPLA-onderzoek dat wordt gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken. Op 15 september 1987 (zie bijlage 1) is de procedure gestart voor de vaststelling van het Toetsingscriterium voor de Ondergrondse Opberging van Radioactief Afval. Het ministerie van VROM besloot een procedure te volgen die gelijkenis vertoont met de procedure voor toepassing van milieu-effectrapportage. In dit kader verzocht de Minister van VROM aan de Commissie voor de milieu-effectrapportage in het begin van de procedure advies uit te brengen over het eventueel nog uit te voeren aanvullend onderzoek ter onderbouwing van het toetsingscriterium en naderhand het opgestelde toetsingscriterium te beoordelen op juistheid en volledigheid van de daarin aanwezige milieu-aspecten (bijlage 2). Volgens het verzoek van de Minister van VROM gaat het onderhavige advies in op onderzoek dat zou moeten worden uitgevoerd in het kader van het opstellen van het toetsingscriterium. Daarnaast schenkt het advies ook aandacht aan enkele principiële overwegingen, die bij het opstellen van een toetsingscriterium aan de orde zouden moeten komen. Het advies werd opgesteld door een werkgroep uit de Commissie voor de milieu-effectrapportage. De samenstelling van deze werkgroep is gegeven in bijlage 3. De werkgroep treedt op namens de Commissie voor de m.e.r. en wordt daarom verder in dit advies "de Commissie" genoemd. De Commissie vergaderde op 23 juni, 21 oktober, 11 november, 4 december 1987 en 13 januari 1988. In de laatste vergadering werd de tekst van dit advies vastgesteld. Op 13 juli 1987 en 13 januari 1988 wisselde de Commissie van gedachten met de directie Stralenbescherming van het Ministerie van VROM over het voornemen van opstelling van het toetsingscriterium. Tijdens de bijeenkomst op 13 januari 1988 geschiedde dit aan de hand van een tussentijds concept-advies van de Commissie. (1) Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18343, nr. 16 (zie bijlage 2 bij het onderhavige advies) (2) Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19707, nrs. 1-2, blz. 46