Publication Laka-library:
Witte zwanen, zwarte zwanen - De impact van investeren in kernenergie in Nederland afgezet tegen alternatieve verduurzamingsmogelijkheden

AuthorVan Elburg, Van Neerbos, Kuipers, De Boer
1-01-0-20-28.pdf
DateOctober 2022
Classification 1.01.0.20/28 (NEW NUCLEAR POWER PLANTS GENERAL)
Front

From the publication:

Samenvatting
In het Regeerakkoord is afgesproken dat dit kabinet de benodigde stappen zet voor de bouw van twee
nieuwe kerncentrales. “Dat betekent onder andere dat wij marktpartijen faciliteren bij hun verkenningen,
innovaties ondersteunen, tenders uitzetten, de (financiële) bijdrage van de overheid bezien, wet en
regelgeving waar nodig in orde maken. Ook zorgen we voor veilige, permanente opslag van kernafval.”
In de budgettaire bijlage van het Regeerakkoord staat verder: “Het voornemen is om kerncentrales te
bouwen. Hiervoor is € 5 miljard gereserveerd, waarvan 0,5 miljard tot en met 2025.”

Vanuit het perspectief dat publiek geld optimaal moet worden ingezet om de maatschappelijke welvaart
te vergroten heeft Rebel naar dit kabinetsvoornemen gekeken. Daarbij geven wij 1) een reflectie op de
rol van nieuwe kerncentrales in Nederland en 2) een bespiegeling op mogelijke alternatieven.


Reflectie
•   Mogelijke rol kernenergie. Waar de elektriciteitsvraag na 2030 zal stijgen, voorzien de meeste
    studies een licht afnemende productie van kernenergie in Europa na 2030. De oorzaken daarvan zijn
    de kosten en het kostenpotentieel. Terwijl de levelised cost of energy van wind en zonne-energie
    de afgelopen decennia spectaculair zijn gedaald, zijn die van kernenergie min of meer gelijk
    gebleven of zelfs gestegen. Op dit moment is kernenergie niet concurrerend en de verwachting is
    dat de kosten van wind en vooral zon nog sterker zullen dalen, waar voor kernenergie slechts een
    beperkte afname van de kosten per MWh wordt voorzien. De individuele kosten per centrale zijn
    hoog en tegelijkertijd is de rol van kernenergie als aanvulling op wind en zon verre van ideaal. Een
    energietechnologie die wordt ingepast in een bestaand energiesysteem met een groot aandeel
    fluctuerende energiebronnen (waar het Coalitieakkoord op inzet) kan vooral waarde creëren op
    systeemniveau als zij ‘op afroep’ energie kan produceren. De technologische mogelijkheden voor
    kernenergie om flexibel te worden ingezet zijn echter beperkt. Daarbij is een dergelijke inzet nog
    eens extra duur;
•   Kosten. Voor € 5 miljard bouw je geen kerncentrale. Recente westerse derde generatie+ reactoren
    van 1.200-1.500 MW kosten tussen de € 7 en 13,2 miljard. Financiers zijn zeer terughoudend om in
    te stappen en stellen daar tal van voorwaarden aan. Het is zeer wel denkbaar dat de investering
    geheel door de overheid zal moeten worden gedaan. Kleine modulaire reactoren (Small Modular
    Reactors; SMR’s) van 300MW zouden tussen € 1,4 en 2,7 miljard kosten, maar met de voorbereiding
    van bouw daarvan kan waarschijnlijk pas na 2033 begonnen worden omdat zij nu nog niet
    commercieel beschikbaar of bewezen zijn;
•   Risico’s. Kenmerkend voor kernenergie zijn de zogenaamde ‘black swan events’ . Van wieg tot graf
    geven marktpartijen aan niet het risico te willen lopen op vergunningsrisico’s, prijsrisico’s,
    incidenten, faillissementen, (cyber-)terrorisme, meerkosten bij ontmanteling en permanente
    oplossingen voor afval. Tegelijkertijd zijn dergelijke risico’s zowel op basis van de ervaring als
    voorziene weersextremen (droogte, overstroming) nu relevanter dan de afgelopen decennia;
•   Locatie. Ondanks het geringe directe ruimtebeslag zijn het aantal denkbare locaties voor
    kernenergie zeer beperkt. Borssele (onder NAP) is overigens een locatie waarbij rekening moet

    worden gehouden met invloeden van onstuimig weer, met alle onzekerheden van dien de komende
    50 tot 60 jaar.
•   CO2-reductie. Kernenergie levert geen reductie op in 2030 en zeer waarschijnlijk ook niet voor 2035.
    Kerncentrales kennen een gemiddelde looptijd voor ontwerp en constructie van circa 11 tot 15 jaar,
    met substantiële vertragingsrisico’s. Als het al lukt om een kerncentrale op tijd neer te zetten, dan
    levert dit een bijdrage op van 10 MtonCO2 per jaar;


Alternatieven
In deze studie is gekeken naar hoe € 5 miljard aan publiek geld ook alternatief kan worden ingezet
richting een CO2-armere toekomst. Er zijn uiteraard vele verschillende routes denkbaar, waarbij ook
elementen uit verschillende alternatieven kunnen worden gecombineerd. In onze studie is gekeken naar
twee alternatieven, ter illustratie van wat er alternatief mogelijk is met € 5 miljard:
1) energiebesparing; en 2) 24/7 groene energie (geothermie, hoogspanningsnet en opslag). Daarbij is
het volgende opvallend:
• Tempo. De alternatieve investeringen kunnen allen sneller worden geïmplementeerd dan de 15 tot
     20 jaar die nodig is voor de realisatie van een nieuwe kerncentrale. Dit betekent dat alternatieven
     wel bijdragen aan de doelen die in het Coalitieakkoord en in de Klimaatwet voor 2030 zijn gesteld,
     terwijl kernenergie dat niet doet. Met name energiebesparing levert al op korte termijn (binnen drie
     jaar) resultaat;
• CO2-impact. De CO2-impact van 5 miljard investeren (CO2-reductie/euro) in 24/7 groene energie is
     ongeveer 1,5 keer groter dan de mogelijke impact van kernenergie. Energiebesparing is per euro op
     de korte termijn iets duurder om CO2-terug te brengen (met name grote maatregelen zoals
     spouwmuren), maar de bijbehorende eenmalige investering heeft elk jaar opnieuw een energie- en
     CO2-besparend effect, terwijl andere alternatieven jaarlijkse kosten behoeven. Ook zijn batterijen,
     geothermie en energiebesparing sneller te realiseren dan kernenergie. Daarmee kan de verwachte
     kostenefficiëntie ook eerder gerealiseerd worden.
• Bredere maatschappelijke voordelen. Daarnaast kennen deze investeringen andere voordelen dan
     puur emissieloze elektriciteit. Extra inzet op energiebesparing kent bijvoorbeeld aanzienlijke
     voordelen op de korte termijn met betrekking tot het verlagen van de energierekening, het
     tegengaan van armoede en het stimuleren van lokale (toegankelijke) werkgelegenheid, die niet van
     toepassing zijn op investeringen in kernenergie. Het maatschappelijk draagvlak voor besparing is
     groot en het maatschappelijk risico is aanzienlijk lager. Investeringen in 24/7 energiealternatieven
     stimuleren innovatie in modernere technieken met veel potentieel op langere termijn, zeker ten
     opzichte van een mogelijke investering in een derde generatie kernreactor;
• Mogelijke beperkingen. Energiebesparing lost slechts beperkt het probleem van een meer
     weersafhankelijke elektriciteitsvoorziening op. Geothermie, een hoogspanningsnet of
     opslaginfrastructuur hebben als voordeel dat zij de seizoensuitdagingen en onbalans van
     hernieuwbare opwek kunnen ondervangen, maar tegelijkertijd ondervinden deze opties
     uitdagingen gekarakteriseerd door een onvolwassen markt.

Beschouwing
• Nieuwe kerncentrales bieden geen oplossing voor energie en klimaatproblemen de komende 20
   jaar. Nieuwe kerncentrales zijn bij uitstek geen quick win. Een of meerdere volwaardige
   kerncentrales zijn kostbaar, staan niet binnen nu en tien jaar, draaien daarna minimaal 25 jaar maar
   waarschijnlijk langer en behoeven dus een locatie die niet alleen anno 2022, maar ook anno 2060 of
   zelfs 2095 veilig is. Daarbij is er nog geen oplossing voor de veilige, permanente en duurzame opslag

    van kernafval. Dit onderstreept het belang van een zorgvuldige afweging over de beste besteding
    van publieke middelen voor de transitie naar een duurzame energievoorziening.
•   De rekening voor de bouw en exploitatie van kerncentrales is onvoorspelbaar en zal (grotendeels)
    komen te liggen bij de belastingbetaler. De marktconsultatie is helder: bouwers, toeleveranciers en
    exploitanten willen wel leveren maar geen risico dragen, financiers zien ‘ zwarte zwanen’ van wieg
    tot graf en leggen die bij de overheid neer. Vanuit financieel oogpunt is er geen sprake van een
    bewezen technologie met een voorspelbare prijs. De markt is alleen geïnteresseerd als de overheid
    het overgrote deel van de risico’s draagt. In risicotermen is de Nederlandse overheid de
    ontwikkelaar, financier en exploitant van kernenergie. De belastingbetaler absorbeert de (externe)
    kosten.
•   Optimaal pakket vraagt samenwerking en innovatie. De energiemarkt is een Europese. Indien je
    vanuit Nederlands perspectief op korte termijn iets wil doen aan energieonafhankelijkheid, CO 2-
    reductie en energiezekerheid lijkt het verstandiger om met buurlanden tot een gezamenlijk optimaal
    pakket te komen dan om zelf in te zetten op een verouderde technologie met veel risico’s. Een mix
    waarbij fors wordt geïnvesteerd in energiebesparing (voor een direct en breed welzijnseffect),
    samenwerking en verbindingen met omringende landen en (innovaties in) zon, wind en opslag
    (batterij en waterstof) lijkt daarbij een doelmatiger besteding van € 5 miljard dan nieuwe
    kerncentrales op Nederlands grondgebied met alle financiële risico’s van dien.


1. Verantwoording

1.1 De vraag
De discussie over de toekomstige energievoorziening is, anno 2022, sterk gepolariseerd en gepolitiseerd.
Het uitgangspunt van een geliberaliseerde energiemarkt, gedreven door de juiste set aan marktprikkels,
blijkt uitdagend in de grote transitie naar een zero-carbon energiesysteem: de snelheid van
hernieuwbare energie-innovaties is onzeker, de roep om energie-onafhankelijkheid groeit met het
Oekraïneconflict en tegelijkertijd is de noodzaak voor duurzame versnelling groter dan ooit. Deze
maatschappelijke afwegingen en onzekerheden vragen om politieke sturing. De discussie over de
toekomst van kernenergie neemt hierin een prominente plek.

De aanleiding voor dit rapport is het voornemen van het Kabinet Rutte IV om € 5 miljard te investeren
in kernenergie. De analyse is primair financieel van aard. Andere vraagstukken en afwegingen (veiligheid,
energiemix, techniek, geopolitiek, afval) komen langs vanwege de financieel- economische implicaties
maar vormen niet de kern.

De vragen zoals wij deze hebben willen beantwoorden:
    1.   Welke rol kunnen nieuwe kerncentrales innemen in Nederland? We reflecteren onder andere op
         de potentie van kernenergie, de kosten in vergelijking met alternatieven (inclusief de leercurves
         en systeemimplicaties), de risico’s (inclusief bij welke partijen deze risico’s liggen) en de bredere
         maatschappelijke kosten en baten;
    2.   Welke alternatieve investeringen die een bijdrage leveren aan een duurzame energievoorziening
         zijn denkbaar? We zetten de investering van € 5 miljard voor kernenergie af tegen verschillende
         alternatieve investeringen, zoals energiebesparing/isolatie, groene energie en opslag.

De centrale vraag is of de voorgenomen investering te verkiezen is, gegeven de aan kernenergie
verbonden voor- en nadelen en hoe deze zich verhoudt tot eventuele alternatieve aanwending van
middelen ten bate van een duurzaam energiesysteem.

1.2 Timing en plaats van dit onderzoek
Dit onderzoek is afgesloten op 10 oktober 2022. Informatie beschikbaar tot dat moment is
meegenomen, inclusief de studies die het Ministerie van EZK september 2022 naar de Tweede Kamer
heeft gestuurd.