Inleiding

Kernenergie wordt de laatste jaren aangeprezen als oplossing in de strijd tegen het dreigende broeikaseffect. Dit omdat er bij de opwekking van atoomstroom geen CO2, het belangrijkste broeikasgas, zou vrijkomen.

In het rapport van de Commissie Van Middelkoop "Kameronderzoek klimaatverandering" dat op 11 september 1996 verschenen is noemt de commissie kernenergie "op zichzelf een effectieve energiebron, indien uitsluitend beoordeeld op het aspect van de substitutie van kooldioxide". Onder effectiviteit verstaat de commissie "de mate waarin de aangeduide optie of maatregel bijdraagt aan de reductie van kooldioxide".

In deze notitie toont de stichting Laka aan dat kernenergie geen oplossing is. Allereerst omdat er tal van maatregelen zijn (bijvoorbeeld op het gebied van besparing) die veelal efficiënter zijn dan extra investeringen in nieuw (kern)vermogen. Zie hiervoor Hoofdstuk 1.

Bovendien is er wel degelijk sprake van een aan kernenergie te relateren CO2-uitstoot, de zgn. indirecte emissies. Deze zijn te wijten aan de bouw van een kerncentrale en de winning en verwerking van uranium. De grootste bijdrage wordt geleverd door de winning van uranium. Deze bijdrage zal alleen maar groeien daar het uranium wat in de toekomst nog gewonnen wordt steeds 'armer' wordt. Dit leidt er toe dat er steeds meer energie verbruikt zal moeten worden om eenzelfde hoeveelheid bruikbaar uranium te produceren. De totale uitstoot van aan kernenergie te relateren CO2 is, bij deze armere uraniumertsen, vergelijkbaar met de CO2-emissiefactor van een met gas gestookte WKK-installatie. Zie Hoofdstuk 2

In Hoofdstuk 3 gaan we in op de beschikbare wereldvoorraden uranium. Met de huidig bekende of te verwachten voorraden is kernenergie geen lang leven beschoren. Dit leidt ertoe dat een eventuele inzet van kernenergie als middel in de strijd tegen de uitstoot van broeikasgassen op z'n best van korte duur en dus van zeer marginaal belang is. Met de huidige inzet van kernenergie wereldwijd, dreigt op korte termijn al een uraniumtekort. Minder rijke voorraden erts moeten worden ontgonnen om aan de huidige vraag te voldoen. Bij een sterk verhoogde inzet van kernenergie is over ongeveer twintig jaar het uranium op. Alleen de kweekreactortechnologie kan, in theorie, dit probleem oplossen.

Deze techniek is echter op sterven na dood. In Hoofdstuk 4 wordt kort nader ingegaan op de ontwikkelingen rond deze technologie.

In Hoofdstuk 5 wordt duidelijk dat ook door de lange voorbereidings- en bouwtijd kernenergie geen oplossing op de heel korte termijn biedt.

In Hoofdstik 6 tenslotte komt de stichting Laka tot een aantal conclusies en aanbevelingen waarvan we hopen dat die hun rol gaan spelen in het debat.