6. Conclusies en aanbevelingen
Conclusies:
-
Kernenergie biedt, door de lange plan- en bouwfase, geen mogelijkheid om
de Nederlandse korte-termijn doelstelling voor CO2-reductie te halen.
-
Kernenergie is geen efficiënte manier om de CO2-emissies te beperken.
Er zijn legio andere productietechnieken en elektriciteitsbesparingsopties
mogelijk die allemaal een veel grotere CO2 besparing opleveren per geïnvesteerde
gulden dan kernenergie.
-
Kernenergie is geen effectieve manier om CO2 uitstoot te beperken. Bij
armere uraniumvoorraden die in de toekomst aangeboord zullen moeten worden
is de indirecte CO2 emissie van kernenergie vergelijkbaar of zelfs hoger
dan warmtekracht.
-
Kernenergie kan, ook op lange(re) termijn, geen rol spelen in het beperken
van de uitstoot van broeikasgassen. De geringe uraniumvoorraden en het
mislukken van de kweekreactor-technologie maken kernenergie een op korte
termijn eindige bron.
-
Snelle vermogensuitbreiding van kernenergie is onmogelijk door de beperkte
produktie-capaciteit van de kerncentrale bouwers.
Aanbevelingen:
-
De optie kernenergie dient zo gauw mogelijk verlaten te worden.
-
Tijd, energie en vooral onderzoeksgelden die nu nog naar kernenergie gaan
(in 1994 nog 72,5 miljoen, 23% van al het energie onderzoeksgeld, zie tabel
2) dienen geïnvesteerd te worden in kansrijke en effectieve mogelijkheden
om CO2-emissies te beperken.
-
Besparing, verbetering van de efficiëntie en verdere implementatie
en stimulering van werkelijk duurzame bronnen dienen voorrang te krijgen
boven bouw van nieuw centraal vermogen.
-
Door verschuiving van gelden kunnen andere opties die nu nog uit economisch
oogpunt onrendabel of ongewenst zijn (zoals wind- en zonne-energie) binnen
korte tijd een belangrijke rol gaan spelen bij het behalen van de Nederlandse
en mondiale doelstellingen.